Schrijven les 1

Goedemorgen
  • Zet je camera aan en je microfoon uit.
  • Log al vast in op de lessonUp.
  • Heb je vragen? Stel ze vast in de chat .
  • Zorg er voor dat je je boek, schrift en agenda klaar hebt liggen.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen
  • Zet je camera aan en je microfoon uit.
  • Log al vast in op de lessonUp.
  • Heb je vragen? Stel ze vast in de chat .
  • Zorg er voor dat je je boek, schrift en agenda klaar hebt liggen.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Toets schrijven in je agenda noteren
  • (M/H) Soorten teksten
  • (M/H) Begrijpelijk schrijven 
  • (H) formuleren

Slide 2 - Diapositive

TOETS
Vrijdag 19 februari

Mavo
H123 Schrijven 
Havo 
H123 Schrijven
H123 Formuleren

Slide 3 - Diapositive

Welke tekstsoorten ken je nog?

Slide 4 - Carte mentale

Soorten teksten
• informerende teksten;
• uiteenzettende teksten;
• betogende teksten;
• aansporende of activerende teksten;
• amuserende teksten.

Slide 5 - Diapositive

Informerende tekst
Informeren: De lezer iets nieuws laten weten. De schrijver geeft alleen informatie, geen uitleg.


nieuwsbericht, verslag, zakelijke brief, notulen, logboek, werkstuk, encyclopedietekst, informatieve tekst in krant of tijdschrift

Slide 6 - Diapositive

Uiteenzettende tekst
Uitleg geven: de lezer iets uitleggen. De schrijver legt uit hoe iets in elkaar zit, werkt of gebruikt moet worden.


schoolboektekst, achtergrondtekst in krant of tijdschrift, handleiding, instructie, brochure, recept, zakelijke brief

Slide 7 - Diapositive

Betogende tekst
Overtuigen: de lezer ervan overtuigen dat zijn mening de juiste is. De schrijver gebruikt hierbij argumenten.


ingezonden brief, recensie, commentaar, meningtekst in krant of tijdschrift, column of weblog

Slide 8 - Diapositive

Aansporende / activerende tekst
overhalen: de lezer aansporen iets te kopen of te gaan doen. De schrijver gebruikt hierbij activerende woorden


reclametekst, advertentie, recensie, folder, pamflet, open brief, klachtenbrief, sollicitatiebrief

Slide 9 - Diapositive

Amuserende tekst
amuseren: de lezer vermaken.

gedicht, verhaal, songtekst, jongerenroman

Slide 10 - Diapositive

Stel je moet NU een tekst schrijven, wat voor soort tekst zou je willen schrijven? Waarom?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe schrijf je begrijpelijk?
  1. Bedenk een onderwerp waar over je wilt schrijven.
  2. Maak eventueel een kladversie
  3. Controleer de inhoud van de tekst
    - Weet de lezer na het lezen alles?
    - Begrijpt de lezer wat er staat?
  4. Vul de tekst aan
  5. Controleer de vorm.
    - Geen woorden of letters vergeten?
    - Spel- en taalfouten?
    - Interpunctie

Slide 12 - Diapositive

Afspraken en regels Schrijven
1. Schrijf in brieven en teksten woorden altijd volledig. Gebruik geen afkortingen.
2. Gebruik hoofdletters en leestekens. 
3. Achter een mededelende zin komt een punt, achter een vragende zin een vraagteken en achter een uitroep een uitroepteken.

Gebruik nooit meerdere uitroeptekens of vraagtekens.

Slide 13 - Diapositive

Mavo
Aan de slag met de weektaak


Slide 14 - Diapositive

Formuleren

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Verbindingswoorden
  1. We gaan samen vaak op vakantie, want ze vinden elkaar aardig.
  2. We gaan samen vaak op vakantie, omdat we vinden elkaar aardig.
  3. Omdat we elkaar aardig vinden, gaan we vaak samen op vakantie.

Slide 17 - Diapositive

Leestekens in een tekst
  • Achter elke zin een punt
  • Achter een vragende zin een vraagteken
  • Een komma tussen twee persoonsvormen en verbindingswoorden
  • Geen komma voor en / of.

Slide 18 - Diapositive

Opdracht
1. Ga naar ItsLearning > schrijven
2. Opdracht: voorstellen 1B
3. Je schrijft de tekst in een word bestand en let hierbij goed op de schrijfregels.
4. Je levert de tekst vrijdag in.
5. Ben je klaar? Aan de slag met je weektaak.

Slide 19 - Diapositive