Haaieneiland

• Hoogbegaafdheid
• Basisschool
• Groep 4-8

Haaieneiland

Haaieneiland

Lesdoelen

• Ik kan onderhandelen
• Ik kan zorgen voor een win-win
• Ik kan mij verplaatsen in de ander
• Ik kan bij iemand anders emoties herkennen
• Ik kan de mening van iemand anders samenvatten
• Ik kan de diepe motivatie vinden
• Ik kan het probleem in deelblokjes verdelen
• Ik kan brainstormen

Popov

Totor

Bébert

Het verhaal

Op een van hun gezamenlijke avonturen horen de 3 zeerovers Popov, Totor en Bébert dat er een schat begraven ligt op Haaieneiland: een miljoen aan goudstukken en zilverwerk!

Gemakkelijk zal het niet worden om de schat binnen te halen: er is een boot nodig om naar Haaieneiland te komen. 

Boten

Bébert heeft geen boot, helaas. Totor heeft er wel een, maar die is nogal wrakkig en kan hooguit één keer naar het eiland en weer terug. Daarmee kan niet meer dan de helft van de schat vervoerd worden. Om de hele schat binnen te halen moeten ze zeker 2x op en neer. Popov heeft wel een goede boot, gelukkig. Die kan zeker 2x op en neer. 

Haaien

De naam Haaieneiland geeft al aan dat er nog een probleem is: om het eiland zwemmen enorm veel haaien. Daarom moeten er minstens 2 mannen in de boot zijn om de haaien op afstand te kunnen houden. 

Welke overeenkomst sluiten de zeerovers? 

Alle drie willen ze wel graag de onderlinge vriendschap goed houden, want ze willen nog vaker 

samen op avontuur.

1. Elke onderhandeling heeft 2 lagen: mensen en inhoud

Met de mensen wil je zo goed overleggen dat jullie relatie beter wordt van de onderhandelingen, omdat iedereen het gevoel heeft dat er naar hem geluisterd is.

Wat de inhoud betreft: die behandel je als een gezamenlijk probleem waar jullie samen in goed overleg de beste oplossing voor gaan vinden.

Kortom: een win-win!

De oplossing is goed voor allebei en na afloop kunnen jullie het nog net zo goed met elkaar vinden als eerst óf nog beter.

1. Wat is jouw zicht op het probleem? En hoe kijkt de ander?

2. Wat zijn jouw belangrijkste gevoelens hierbij?

3. Hoe luister je? Hoe breng je de boodschap over?

Je weet wat je zelf wilt, maar verplaats je ook in het standpunt van een ander. Laat zien dat je dat begrijpt, door het kort en duidelijk samen te vatten. Dit betekent niet dat je het ermee eens bent. Maar je laat de ander weten dat je goed begrijpt waar het hem/haar om gaat. Stel ook vragen, want daarmee laat je blijken dat je echt wil weten wat voor de ander belangrijk is.

Herken de emotie bij de ander. Zolang er (boze) emoties zijn kun je niet onderhandelen. Luister goed en laat weten dat je de ander gezien hebt (bijv. Ik zie dat je hier boos/verdrietig over bent).

Emoties vertellen jou wat voor de ander echt belangrijk is. Dat kan je helpen bij het vinden van de oplossing.

Luister actief: reageer niet meteen met je eigen mening, maar vat eerst even samen wat de ander gezegd heeft. 

Geef ik-boodschappen: in plaats van te zeggen "Jij luistert niet" kun je beter zeggen "Ik heb het gevoel dat je mij niet hoort".

Het gaat niet om winnen, maar om een goede oplossing te vinden waar iedereen zich in kan vinden. 

Twee mannen hebben ruzie in de bieb. De ene wil het raam dicht, de ander wil het open. Ze kibbelen of het raam op een kier moet, half open, helemaal open of helemaal dicht. De biebmedewerkster komt tussenbeide. Ze vraagt waarom de ene man het raam open wil. "Ik wil frisse lucht", zegt hij. "Ik wil niet op de tocht zitten",  zegt de ander. Dan doet de vrouw het raam open in een ruimte ernaast: er is nu frisse lucht, maar het tocht niet.

De mevrouw zoekt naar de diepe motivatie van de 2 mannen. Dat was hier: frisse lucht en geen tocht. Ze denkt out-of-the-box en opent een raam in een andere ruimte.

Probeer ook zelf de diepe motivaties te bedenken. Pas dan kun je een oplossing bedenken.

Belangrijke vragen zijn daarbij:
Waarom?

Wat wil ik echt?

Wat is het belangrijkste voor mij?

Dit is analytisch denken! 

Om de oplossing te vinden moet je het probleem verdelen in zoveel mogelijk deelblokjes. Kijk dan of je deelblokjes met elkaar deelt. Zo maak je het totale probleem kleiner.

deelblokje 1: frisse lucht

deelblokje 2: geen tocht

daarover zijn de 2 mannen het eens.

deelblokje 3: een raam in deze zaal open

deelblokje 4: een raam in een andere zaal open

deelblokje 5: is er een plek waar je geen tocht van hebt, maar wel frisse lucht?

deelblokje 6: kan er frisse lucht komen van een andere plek, bijv. een airco. 

hierover moet nog gesproken worden.

Overleg met je groepje

Wat zijn de kansen en mogelijkheden voor jouw rol?

Hoe speel je je rol zo goed mogelijk in de onderhandeling?

Stel samen het beste doel vast voor jouw rol.

Geef elkaar tips en tops.

Schrijf het beste doel op.

In de fase van de deelblokjes moet je zoveel mogelijk opties bedenken (dus brainstormen!).

Weet je nog, dat is zonder oordeel!

Formuleer de overeenkomst duidelijk, zodat de afspraak ook echt kan werken.

Schrijf je doel op een papiertje

Onderhandel met je groepje

Wat was in jullie groepje de diepe motivatie?

Werd iedereen in het groepje beter van de onderhandeling?

Hoe was de sfeer tijdens de onderhandeling?

Wat ging goed?

Wat ging minder goed?

Wat heb je geleerd dat je ook in je eigen klas kunt gebruiken?

Haaieneiland

Haaieneiland