Les 19 (25-11)

Les 19
Frans 
Le 25 novembre
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Les 19
Frans 
Le 25 novembre

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Lesdoelen
  • Presentie
  • Herhalen:
      - les nombres 20 t/m 69
  • Phrases Clés C
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les...

...kun je de letters e, d, t, s en x goed uitspreken. 

...kun je over je familie praten.




Slide 3 - Diapositive

Presentie

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Les nombres de 20-69
De getallen van 20 t/m 69 maak je door eerst het tiental te noemen en dan een getal van 1 - 9. 

De tientallen zijn dus als volgt:
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante

Slide 6 - Diapositive

La prononciation
Kijk mee in het gele blokje op p.68.

Maak nu als oefening exercice 13b. 

Luister daarna mee met het blauwe blokje en onderstreep de letters aan het eind van de woorden die je niet hoort.
- Komen ze overeen met die van het gele blokje?

We eindigen deze opdracht met een luisterfragment. Maak exercice 13e.


Slide 7 - Diapositive

Les Phrases Clés C
We gaan een spelletje spelen 'cherche quelqu'un qui...' 

Kijk mee in je boek bij opdracht 14b. 
- Jullie krijgen van mij een blaadje met de bingokaart. 
- Loop door de klas en stel de zinnen in het Frans. 
- Als het antwoord op een vraag 'oui' is, mag je de naam erbij schrijven. Is het antwoord 'non' dan moet je iemand anders vragen.
- Ben je klaar? Ga dan weer naar je plaats. 

Slide 8 - Diapositive

On va parler!
Oefen nu met de zinnen:
- Maak een dialoogje die overeenkomt met het plaatje van Carlo.

Voorbeeld :
  • A: Tu as des frères et des soeurs? 
  • B: Oui, j'ai ......
  • A: Comment elle/il s'appelle?
  • B: Elle/il s'appelle ....
  • A:Elle/il est comment?
  • B: Elle/il est ....
  • A: Qu'est-ce que vous aimez faire ensemble?
  • B: On aime ....... 
  • A: Tu as un animal domestique?
  • B: Oui, j'ai ...... et il est ...... 



Slide 9 - Diapositive

Afsluiting
Noem eens twee zinnen waarin je jouw familie kunt voorstellen.


Slide 10 - Diapositive

Devoirs
Apprendre phrases Clés C


Slide 11 - Diapositive