De 4 levensdomeinen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

De 4 levensdomeinen

Leerdoel

Aan het eind van de les heb je kennis gemaakt met:

-     De vier levensdomeinen die gebruikt worden om het zorgplan vorm te geven

Het zorgplan

Het zorgplan bevat alle afgesproken zorg tussen de zorgvrager en zorginstelling.

De vier levensdomeinen geven een ordening in de zorg en
ondersteuning. Om welke domeinen gaat het dan?
Het zijn er vier!

In welk domein hoort 'naar wens verzorgd en gekleed zijn'?

1. het domein participatie
2. het domein woon/leefsituatie
3. het domein lichamelijk welbevinden en gezondheid
4. het domein mentaal welbevinden

In welk domein hoort 'respect van de verzorgende voor de
leefsfeer van de zorgvrager en leefpatronen

1. het domein lichamelijk welbevinden en gezondheid
2. het domein woon/leefsituatie
3. het domein mentaal welbevinden
4. het domein participatie

In welk domein hoort 'inpassen van zorg in zijn
dag/weekprogramma'?

1. het domein lichamelijk welbevinden en gezondheid
2. het domein participatie
3. het domein mentaal welbevinden
4. het domein woon/leefsituatie

In welk domein hoort 'aandacht voor het eigen
leven en de persoonlijke waarden

1. het domein participatie
2. het domein lichamelijk welbevinden en gezondheid
3. het domein woon/leefsituatie
4. het domein mentaal welbevinden

Aan de slag!

Opdracht 3b en 3c

Antwoorden 3b

​Domein Woon- en leefomstandigheden:​

rolstoelafhankelijk;​

beweegt zich nauwelijks in huis.​

Domein Participatie:​

heeft nooit een hobby gehad;​

alle vier haar kinderen komen op bezoek.​

Domein Mentaal welbevinden:

​stemming is wisselend. Van suf tot sterk verbaal, onrustig gedrag;​

agressief; ​Rooms-katholiek opgevoed, maar niet uitvoerend (doet er niets meer aan).​

Domein Lichamelijk welbevinden:​

diabetes 

hardhorendheid;​

dementie;​

rust ’s middags een uurtje op bed

Antwoorden 3c

Domein Woon- en leefomstandigheden vraag 4, 5, 8, 11, 14 en 19 ​

Domein Participatie vraag 1, 3, 6, 7, 9, 10 en 16 ​

Domein Mentaal welbevinden vraag 2, 13, 17 en 18 Domein Lichamelijk welbevinden vraag 12, 15 en 20​

​