Het bezittelijk voornaamwoord (klas 1)

Bezittelijk voornaamwoord
Le pronom possessif
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bezittelijk voornaamwoord
Le pronom possessif

Slide 1 - Diapositive

Uitleg bezittelijk voornaamwoord






Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  
BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 2 - Diapositive

Uitleg bezittelijk voornaamwoord
Let op: als het znw vrouwelijk is en begint met een klinker/ stomme h, gebruik dan de mannelijk vorm (mon,ton,son)

BV: Mijn vriendin heet Marie - Mon amie s'appelle Marie 
                                                               DUS NIET: ma amie s'appelle Marie 

Slide 3 - Diapositive

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Diapositive

mijn school (m)
A
ma collège
B
mes collège
C
mon collège
D
tes collège

Slide 5 - Quiz

jouw spullen (mv)
A
ton affaires
B
tes affaires
C
ta affaires
D
mes affaires

Slide 6 - Quiz

zijn kamer (v)
A
ses chambre
B
son chambre
C
ton chambre
D
sa chambre

Slide 7 - Quiz

haar toekomst
A
ses avenir
B
son avenir
C
notre avenir
D
leur avenir

Slide 8 - Quiz

onze klas
A
vos classe
B
notre classe
C
leurs classe
D
nos classe

Slide 9 - Quiz

hun etui
A
leur trousse
B
vos trousse
C
leurs trousse
D
mon trousse

Slide 10 - Quiz

mijn vriendin
A
ma amie
B
mon amie
C
mes amies
D
mes amis

Slide 11 - Quiz

livres
sac à dos
trousse
mon
mes 
ta

Slide 12 - Question de remorquage

secret
profs
récré
ma
leurs
son

Slide 13 - Question de remorquage

C'est un tableau. C'est ______ (mijn) tableau.

Slide 14 - Question ouverte

Là-bas, il y a la chambre de mes parents. C'est ______ (hun) chambre.

Slide 15 - Question ouverte

Geef aan in hoeverre je het BZV nu beheerst.
010

Slide 16 - Sondage