3.7 grammatica les 3

3.7 grammatica (les 3)
Vandaag:
-Herhalen woordsoorten
-Zelfstandig werken 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

3.7 grammatica (les 3)
Vandaag:
-Herhalen woordsoorten
-Zelfstandig werken 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
In augustus gaan mijn oom en tante altijd naar Spanje.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een werkwoord?

Slide 4 - Question ouverte

Het schijnt dat de grote man een tas en een gsm gestolen heeft in de buurt van het park.

Deze zin bevat:
A
4 lidwoorden
B
5 lidwoorden
C
6 lidwoorden
D
7 lidwoorden

Slide 5 - Quiz

Lidwoord

noem een lidwoord:

Slide 6 - Question ouverte

Lidwoorden
Drie lidwoorden:  de
                                     het
                                     een 
Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord:
                                     de auto
                                     het boek
                                     een opdracht

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een voorzetsel:

Slide 12 - Carte mentale

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.

Slide 14 - Question ouverte


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb gisteren drie hoofdstukken in mijn boek gelezen!
A
voltooid deelwoord
B
persoonsvorm

Slide 15 - Quiz

Hoeveel lidwoorden staan er in de zin?
De jongens kochten allemaal één ijsje.

Slide 16 - Question ouverte


Ik heb hele goede cijfers op mijn rapport!  
A
Lidwoord (lw)
B
Voorzetsel (vz)
C
Zelfstandig naamwoord (zn)
D
Werkwoord

Slide 17 - Quiz

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden staan er in onderstaande zin?
Het grote lokaal was heel koud.

Slide 18 - Question ouverte

Op zaterdag slaapt mijn broer altijd heel lang uit.
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel

Slide 19 - Quiz

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 20 - Question ouverte

Zelfstandig werken

Maak van 3.7 opdracht
1, 2, 3, 4 en 7

Slide 21 - Diapositive