Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
De Verlichting en het Ancien Regime
Paragraaf 4.2 t/m 4.4
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
de begrippen absolutisme, ancien regime en droit divin.
Welke drie groepen in de Franse maatschappij waren én wat hun taken waren.
Slide 2 - Diapositive
Koning Lodewijk XIV van Frankrijk
Slide 3 - Diapositive
Paleis Versailles
Slide 4 - Diapositive
Oude bestuur van Frankrijk
(Ancien regime)
De koning heeft alle macht. Dit noem je absolutisme.
Deze macht is door god gegeven: droit divin(goddelijk recht)
De rest van Frankrijk zit in de standenmaatschappij (geestelijkheid, adel, boeren/burgers)
Elke groep (standen) heeft een taak in de maatschappij (samenleving).
Slide 5 - Diapositive
Absolutisme =
A
Door god gezonden
B
Koning heeft alle macht
C
Oude bestuur
D
Groepen in de Franse maatschappij
Slide 6 - Quiz
Droit Divin =
A
Door god gezonden
B
Koning heeft alle macht
C
Oude bestuur
D
Groepen in de Franse maatschappij
Slide 7 - Quiz
Ancien Regime =
A
Door god gezonden
B
Koning heeft alle macht
C
Oude bestuur
D
Groepen in de Franse maatschappij
Slide 8 - Quiz
Standenmaatschappij =
A
Door god gezonden
B
Koning heeft alle macht
C
Oude bestuur
D
Groepen in de Franse maatschappij
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Eerste stand: Geestelijkheid
Tweede stand: Adel
Derde stand: Boeren & Burgers
* Bidden tot God
* Geestelijken werken in de Kerk
* Bestuur voor de koning
* Adel zijn rijke families
* Als enige belasting betalen
* Burgers zijn inwoners van een stad
1%
3%
96%
Slide 11 - Diapositive
1ste stand
2e stand
3e stand
Adel
Boeren en burgers
Geestelijkheid
Slide 12 - Question de remorquage
Herken je de standen op de afbeelding?
Slide 13 - Diapositive
1ste stand
2e stand
3e stand
Adel
Boeren en burgers
Geestelijkheid
Slide 14 - Question de remorquage
Deze groep betaalt alle belastingen
Deze groep moet het land besturen voor de koning
Geestelijkheid
Adel
Boeren en burgers
Deze groep bid tot God
Slide 15 - Question de remorquage
De 1e stand
De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
Iedereen geloofde in God, dus de geestelijken waren enorm belangrijk!
Slide 16 - Diapositive
De 2e stand
De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land.
Zij hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
Geen belasting betalen.
Slide 17 - Diapositive
De 3e stand
De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie.
De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.
Slide 18 - Diapositive
Werken aan PO
Jullie beoordelen bronnen 1 t/m 10 of zij behoren tot de Gouden Eeuw of de Grauwe Eeuw.
Jullie schrijven de introductietekst voor het museum, waarbij je de titel van de tentoonstelling noemt (‘Den Haag in de Gouden Eeuw’ of ‘Den Haag in de Grauwe Eeuw’). Ook leggen jullie uit waarom jullie voor deze titel gekozen hebben en wat de bezoekers van de tentoonstelling kunnen verwachten.
Jullie stellen de collectie van de tentoonstelling samen, door ten minste 5 kunstwerken (objecten of schilderijen) uit te kiezen. Jullie maken ook een onderschrift voor de kunstwerken, waarin je uitlegt wat de bezoeker ziet.
Bonusopdracht: namaken kunstwerk Mauritshuis in 2025-stijl.
Inleveren volgende week donderdag aan het einde van de les!
Slide 19 - Diapositive
Tot volgende week!
Slide 20 - Diapositive
In de 3e stand (boeren en burgers) komt een nieuwe manier van denken...
4.3 Kritiek en idealen
Slide 21 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
Wat we bedoelen met de Verlichting.
Hoe de Trias Politica werkt.
Slide 22 - Diapositive
De Verlichting
Verlichting = door gezond verstand (ratio) te gebruiken, de samenleving proberen te verbeteren
Hier eerst een stelling...
Slide 23 - Diapositive
Is het logisch als één mens alles bepaald voor de rest?
Ja
Nee
Slide 24 - Sondage
De Verlichting
vanaf ±1700
Een periode waarin mensen de samenleving willen verbeteren, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rationalisme)
Hierdoor krijgen mensen meer kritiek op de koning, de Kerk en de standen.
Vrijheid en gelijkheid werden belangrijke doelen voor de Verlichte denkers.
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Cogito ergo Sum
René Descartes legde met de uitspraak 'Ik denk, dus ik ben' de basis voor de Verlichting.
Slide 27 - Diapositive
Denk nu zelf als Verlicht denker:
Wat is onlogisch en zou je willen veranderen in onze maatschappij?
Slide 28 - Question ouverte
Waarom zouden Verlichte denkers kritiek hebben op het absolutisme?
Slide 29 - Question ouverte
Denken over macht
Is het wel logisch dat één iemand (de koning) alle macht heeft?
Slide 30 - Diapositive
Montesquieu zegt:
Een alleenheerser zal altijd misbruik maken van zijn macht; je kunt niet én wetten bedenken én zorgen dat ze goed worden uitgevoerd zonder soms een kleine uitzondering te maken (voor familie, vrienden etc).
Daarom bedenkt Montesquieu de Trias Politica (de scheiding der machten)
Slide 31 - Diapositive
Trias Politica
Er zijn drie verschillende machten die gescheiden zouden moeten zijn:
Wetgevende macht... die de wetten bedenkt
Uitvoerende macht... die de wetten uitvoert
Rechtsprekende macht... die controleert of het volk en de overheid zich aan de wetten houden
Slide 32 - Diapositive
Trias Politica in Nederland
De trias politica wordt tegenwoordig als heel belangrijk beschouwd. Het bestuur in Nederland is dan ook volgens dit principe georganiseerd:
Wetgevende macht: De Eerste en Tweede Kamer
Uitvoerende macht: de regering en de ministers
Rechtsprekende macht: de onafhankelijke rechters
Slide 33 - Diapositive
Wat is voor een verlicht denker niet belangrijk?
A
Absolute macht
B
Vrijheid
C
Gelijkheid
D
Rationalisme
Slide 34 - Quiz
Waarom is de Trias Politica belangrijk?
A
Het voorkomt machtsmisbruik.
B
Meer mensen besturen het land.
C
De koning krijgt ondersteuning
D
Het zorgt voor gelijkheid.
Slide 35 - Quiz
Welke zinnen horen bij het ancien régime? 1. Elke staat moet een grondwet hebben, waarin staat hoe het land wordt geregeerd. 2. Vorsten hebben hun macht gekregen van God. 3. Koning en ministers hebben hun macht van het volk gekregen. 4. De wil van de koning is wet.
A
Zin 1 en 3
B
Zin 1 en 4
C
Zin 2 en 3
D
Zin 2 en 4
Slide 36 - Quiz
Welke zinnen horen bij de trias politica? 1. Het is geen probleem als een machthebber zowel wetten bedenkt als uitvoert. 2. De macht moet gescheiden worden. 3. Het is niet goed als één iemand alle macht heeft. 4. De trias politica gebruiken we tegenwoordig niet meer.
A
Zin 1 en 2
B
Zin 1 en 3
C
Zin 2 en 3
D
Zin 2 en 4
Slide 37 - Quiz
1e Stand
2e Stand
3e Stand
geestelijken
adel
boeren en burgers
Betaalt belasting
Contact met God
Besturen en beschermen
Slide 38 - Question de remorquage
Verlichting
Oude bestuur
(Ancien Regime)
Absolutisme
Iedereen is gelijk geboren
Standenmaatschappij
Trias Politica
De 3e stand is het meest blij met...
De 1ste en 2de stand zijn het meest blij met...
Slide 39 - Question de remorquage
Voor de Franse Revolutie
Na de Franse Revolutie
3de stand (boeren en burgers)
1ste stand (geestelijkheid, te herkennen aan de bijbel aan de hand)