2. Leer de woorden en grammatica van hoofdstuk 4 via slim stampen.
Slide 4 - Diapositive
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Slide 5 - Diapositive
Hoe vorm ik de stam van een werkwoord?
Slide 6 - Diapositive
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 7 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord doe je door eerst de stam op te schrijven.
Wat is de stam van een werkwoord?
De stam is het hele werkwoord - en of - n
Slide 8 - Diapositive
Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:
(FE) E - ST - T - EN - T - EN
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen (kopen), stam: kauf
ich kauf e
du kauf st
er/sie/es/man/wer kauf t
wir kauf en
ihr kauf t
sie kauf en
Sie kauf en
Slide 11 - Diapositive
Wat is een voltooid deelwoord?
Slide 12 - Diapositive
Hoe vorm je deze in het Duits?
GE + STAM + T
Slide 13 - Diapositive
Uitzonderingen
1. Werkwoorden op -ieren = STAM+T
Voorbeeld
fotografieren -> ich habe fotografiert
Slide 14 - Diapositive
Uitzonderingen
2. Werkwoorden met be- of ver- = STAM+T
Voorbeeld:
versorgen -> ich habe versorgt
besuchen -> ich habe besucht
Slide 15 - Diapositive
Hoe maken we 26?
1. Schrijf in je schrift wat het voltooid deelwoord is.
2. Spreek de zinnen uit en corrigeer elkaar.
Slide 16 - Diapositive
Wiederholung Aufgabe 1
Slide 17 - Diapositive
Aufgabe 2
Slide 18 - Diapositive
Aufgabe 3
Slide 19 - Diapositive
Aufgabe 4
Meine Freundin und ich kennen uns schon seit 5 Jahren. Wir wohnen in Wien. Kyra spielt Tennis und ich tanze gern. Sie lernt gern Spanisch. Ich mag Mathe, also rechne ich lieber. Wir sind unterschiedlich, aber trotzdem gute Freundinnen.
Slide 20 - Diapositive
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Aufgabe 5
1 heißt 6 laufen
2 Schreibt 7 schwimmt
3 lieben 8 Hört
4 macht
5 Besuchst
Slide 21 - Diapositive
Aufgabe 6
Slide 22 - Diapositive
Aufgabe 7
1 Ich habe gespielt.
2 Du hast gehört.
3 Er hat gewohnt.
4 Wir haben besucht.
5 Ihr habt gewünscht.
6 Sie haben versorgt.
Slide 23 - Diapositive
Aufgabe 8
1 Ich bin gewesen.
2 Du bist gelaufen.
3 Sie haben gefressen.
4 Wir haben beschrieben.
Slide 24 - Diapositive
Aufgabe 9
Slide 25 - Diapositive
Aufgabe10
Slide 26 - Diapositive
Aufgabe 11
Slide 27 - Diapositive
An die Arbeit
1. Maak de opdrachten van het werkblad.
2. Ben je klaar? Leer de woorden van Kapitel 4
via slim stampen in de methode.
Slide 28 - Diapositive
1. Maak de oefentoets van Kapitel 4
2. Ben je klaar? Leer de woorden van Kapitel 4 via slim stampen
Nu gaan we zelfstandig werken!
Slide 29 - Diapositive
Hausaufgaben 04-04-25
Slide 30 - Diapositive
Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Ben je goed voorbereid voor de toets en kun je :
- het regelmatig werkwoord in de tegenwoordige en voltooide tijd vervoegen.
- ken je de Duitse woorden van dit hoofdstuk en weet je deze in te vullen in opdrachten.