Hin Les 1bk, Formuleren

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Diapositive

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:
  • Lesboek 
  • iPad 
  • Oortjes of koptelefoon 
  • Schrift
  • Pen

Slide 3 - Diapositive

Vandaag
  • Herhaling schrijven voor publiek
  • Uitleg Formuleren 
  • Zelfstandig werken
  • Nabespreken
  • Doelen checken

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

  • Jezelf toevoegen aan de LessonUp-klas  
  • Uitleg tekstdoelen
  • Zelfstandig werken
  • Nabespreken
  • Doelen checken

Slide 6 - Diapositive

Vorige les: Jouw publiek
Wat weten je lezers al? 
Wat moeten ze te weten komen?
Zeg je u of jij?
Welk lettertype? Welke kleur? Plaatjes? 

Slide 7 - Diapositive

  • Jezelf toevoegen aan de LessonUp-klas  
  • Uitleg tekstdoelen
  • Zelfstandig werken
  • Nabespreken
  • Doelen checken

Slide 8 - Diapositive

Jezelf toevoegen aan de LessonUp-klas     1bka
1. Download de LessonUp-app op je iPad
2. Voer de code in: yfjfy

Nu zit je in de klas!

Slide 9 - Diapositive

Formuleren 
Volledige zinnen 

Slide 10 - Diapositive

  • Je leert volledige zinnen schrijven 
  • Je leert leestekens, lidwoorden en verwijswoorden gebruiken 
Lesdoelen

Slide 11 - Diapositive

Formuleren 
Brugklas havo
Toetsweek zomer

Slide 12 - Diapositive

De- en het woorden
In het Nederlands bestaan er de-woorden en het-woorden. 
Meestal weet je wel of een woord een de-woord of het-woord is. Als je het niet zeker weet, kun je het in een (online) woordenboek opzoeken. Daar staat bijvoorbeeld:
computer, de (m) -s
onderzoek, het (o) - en
verzameling, de (v) - en 

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag



Basis: Ga naar blz 208 en maak opdracht 1, 2 en 3
Kader: ga naar blz 216 en maak opdracht 1, 2, 3 en 4.  

timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Heb je nog                      vragen?

Slide 15 - Diapositive

de-woorden
Een zelfstandig naamwoord waar het lidwoord de bij staat, 
is een mannelijk of vrouwelijk woord 
of een woord in het meervoud. 

Daar kun je naar verwijzen met de 
aanwijzende voornaamwoorden deze en die.

dE eindigt op een E - dezE en diE eindigen ook op een E

Slide 16 - Diapositive

het-woorden
Een zelfstandig naamwoord waar het lidwoord het bij staat, 
is een onzijdig woord. 

Daar kun je naar verwijzen met de 
aanwijzende voornaamwoorden dit en dat.

heT eindigt op een T - dien daT eindigen ook op een T

Slide 17 - Diapositive

DEZE, DIE, DIT, DAT
Dit zijn verwijswoorden.
Ezelsbruggetje:
  • dezE en diE gebruik je bij dE-woorden.

  • diT en daT gebruik je bij heT-woorden.



Slide 18 - Diapositive

Aan de slag


Basis: Ga naar blz 210 en maak opdracht 1, 2 en 3. Klaar? Maak 4, 5 en 6. 
Kader: ga naar blz 218 en maak opdracht 1, 2 en 3. Klaar? Maak opdracht  4, 5, 6 en 7. Klaar?
Maak opdracht 1 t/m 5 op blz 214.

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Extra voor kader: 
hoofdletters, punten en komma's
een zin met een persoonsvorm en een onderwerp: 

Jan houdt van voetbal. 
Jellie rijdt op haar verzorgpony. 

Pv: houdt, rijdt    Onderwerp: Jan, Jellie (wie/wat+pv)

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk 
Basis: maak opdracht 1 t/m 6 op blz 210 en 211. 


Kader: Maak opdracht 218 en maak opdracht 1 t/m 6 

EN: maak opdracht 1 t/m 5 op blz 214 en 215 over volledige zinnen. 

Slide 21 - Diapositive

Heb je nog                      vragen?

Slide 22 - Diapositive

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Maak een foto van je huiswerk!
(of van jezelf als je geen huiswerk hebt gemaakt...)

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive