Woordenschat H2

Wat gaan we vandaag doen?
09.45 - 09.50 uur: Welkom en pak je spullen
09.50 - 10.00 uur: Stil lezen in je leesboek
10.00 - 10.10 uur: Nakijken huiswerk
10.10 - 10.30 uur: Opdracht 5 t/m 8 (H2)
10.30 - 10.50 uur: Pauze
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
09.45 - 09.50 uur: Welkom en pak je spullen
09.50 - 10.00 uur: Stil lezen in je leesboek
10.00 - 10.10 uur: Nakijken huiswerk
10.10 - 10.30 uur: Opdracht 5 t/m 8 (H2)
10.30 - 10.50 uur: Pauze

Slide 1 - Diapositive

Welk moeilijk woord kom je tegen? Schrijf er minimaal 1 op. Maximaal 5 woorden.
d

Slide 2 - Diapositive

Op welke manieren kan ik de betekenis van een (moeilijk) woord vinden?

Slide 3 - Question ouverte

Present
Coach
Hype
Letterlijk
Iets nieuws wat ineens sterk de aandacht trekt.
Een vaste begeleider.
Aanwezig.
Precies zoals het er staat.

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Wat leer je vandaag?
Aan het einde van deze les weet je hoe je op 3 manieren de betekenis van een onbekend woord kunt vinden in de tekst en kun je dit toepassen in de oefeningen van vandaag.

Slide 6 - Diapositive

Maken
Dit ga je doen:
Opdracht 5 maak je met je buurman/buurvrouw
Opdracht 6 / 7 / 8 maak je zelf

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Is het gelukt?
Wat kwam je tegen?
Welke woorden vond je lastig?

Slide 9 - Diapositive

Wat gaan we doen?
10.50 - 10.55 uur: Tijd om de opdracht af te maken
10.55 - 11.05 uur: Bespreken van de opdrachten
11.05 - 11.15 uur: Instructie H3 woordenschat
11.15 - 11.30 uur: Aan het werk met opdracht 1 t/m 4
11.30 - 11.35 uur: Uitdelen woordenlijst

Slide 10 - Diapositive

Wat ga je vandaag leren?
Aan het einde van de les kun je uit een tekst meerdere voorbeelden halen aan de hand van signaalwoorden.

Aan het einde van de les kun je een woord goed omvormen zodat het in de zin past.

Slide 11 - Diapositive

Startopdracht
1. Schrijf de letters van je voornaam onder elkaar
2. Noteer in 2 minuten tijd achter elke letter zo veel mogelijk Nederlandse plaatsnamen
3. Bij welke letter heb jij de meeste voorbeelden?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Opdracht 1 doen we samen!

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 2 t/m 4

Slide 17 - Diapositive

Evaluatie
Is het allemaal gelukt?
Waar heb je nog hulp bij nodig?

Toets: vrijdag 18 januari 4e uur

Slide 18 - Diapositive