Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Thema 2 Wonderlijke wetenschap
Hoofdstuk 1
Schooltaalwoorden
Slide 1 - Diapositive
Programma
Nakijken / controleren
introductie thema 2: video & vragen
woordenlijst & themawoorden
online: toets/opdrachten
offline: opdrachten werkboek & mijn woordenboek
Slide 2 - Diapositive
Nakijken / controleren
De opdrachten die je gemaakt heb bij thema 1 worden eerst nagekeken en beoordeeld door je docent.
Wanneer dit correct en volledig is, mag je verder met thema 2.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Vraag 1: Kun je de namen van enkele bekende wetenschappers noemen? Wat hebben zij uitgevonden?
Slide 5 - Question ouverte
Vraag 2: Wat zijn belangrijke uitvindingen waar wij vandaag de dag van profiteren?
Slide 6 - Question ouverte
Vraag 3: Heb je wel eens gehoord van de term 'eureka'? Weet je wat dit betekent? Welk historisch figuur zei deze woorden voor het eerst?
Slide 7 - Question ouverte
Woordenlijst
In jullie groepje ligt een woordenlijst van dit thema.
Begin op de volgende, nieuwe bladzijde in je aantekeningenschrift en zet bovenaan, op de bovenste regel: Thema 2 Wonderlijke wetenschap
Neem de woorden en hun betekenis over in je aantekeningenschrift (de kolom 'wat' hoef je niet te doen).
WERK NETJES
Is er iets niet duidelijk, roep dan je docent erbij.
Slide 8 - Diapositive
Themawoorden
Zijn er woorden die je zelf al gebruikt als je praat / schrijft/ typt? Omcirkel deze met groen. Bedenk een zin met één van deze woorden en noteer deze. '
Welke woorden kun je zelf nog bedenken bij het thema? Schrijf minimaal 5 'extra'woorden op in een woordweb. Schrijf hier ook de themawoorden bij en eventuele belangrijke woorden uit het videofragment.
Formuleer een voorbeeldzin met minimaal één themawoord.
Slide 9 - Diapositive
Online
inloggen via Magister
Thema 2: wonderlijke wetenschap
eerste opdracht (toets) maken
maak je volgende opdrachten
Slide 10 - Diapositive
Offline
Begin in opdrachten en maak opdracht 1 & 2 op blz. 8.
Draai je boek om (mijn woordenboek) en maak de opdracht van thema 2 op blz. 4.
Draai je boek weer om. Lees & maak de thuisopdracht op blz. 11.