Grammatica Woordsoorten H5: Voegwoorden

Welkom 2K!
Pak je leesboek er vast bij.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2K!
Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Diapositive

Deze les...
- Stil lezen
- Lesdoelen
- Uitleg Gram. Woordsoorten H5: Voegwoorden
- Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Stil lezen
Pak je boek
en ga
lekker lezen.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
- Ik kan voegwoorden herkennen in een zin.
- Ik kan voegwoorden correct gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

Voegwoorden
Voegwoorden (vgw) verbinden twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar:
> wiskunde en biologie
> de zoete koekjes of de hartige taart
> {Roy kan goed pianospelen}, maar {zijn zus zingt beter}.
> {(Als het niet regent) gaan we naar de dierentuin}.

Slide 5 - Diapositive

Oefening
Geef op de volgende dia's aan wat het voegwoord in de zin is.

Slide 6 - Diapositive

Straks heb ik geschiedenis, maar ik vind aardrijkskunde leuker.

Slide 7 - Question ouverte

Als het morgen regent, gaat de sportdag niet door.

Slide 8 - Question ouverte

Voordat je naar buiten gaat, moet je je jas aan doen.

Slide 9 - Question ouverte

Vanmiddag moet Richard zijn kamer opruimen, omdat het daar een puinhoop is.

Slide 10 - Question ouverte

Ik kan voegwoorden in een zin herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Nevenschikkende voegwoorden
Nevenschikkende voegwoorden (ns.vgw) verbinden meestal twee woorden, woordgroepen of hoofdzinnen.
Er zijn vijf ns.vgw's: dus, en, maar, of, want.

> {Nina had een voldoende voor haar practicum} want {ze had 
    zich erg goed voorbereid}.

Slide 12 - Diapositive

Onderschikkende voegwoorden
Onderschikkende voegwoorden (ns.vgw) verbinden meestal een bijzin met een hoofdzin.
Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat, zodra.

> {Sylvia zegt (dat ze in de pauze gaat trakteren)}.

Slide 13 - Diapositive

Oefening
Geef op de volgende dia's aan of het gebruikte voegwoord nevenschikkend of onderschikkend is.

Slide 14 - Diapositive

Myra probeert graag nieuwe dingen, dus met haar kun je wel naar dat nieuwe restaurant gaan.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 15 - Quiz

Omdat Leo jarig was, nam hij zijn vrienden mee naar Walibi.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 16 - Quiz

We gaan vanmiddag shoppen, tenzij je nog huiswerk moet maken.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 17 - Quiz

Op de radio klonk een leuk liedje en Lianne danste door de kamer.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 18 - Quiz

Ik kan nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Aan de slag!
MNV Grammatica Woordsoorten H5: Voegwoorden
opdr. 1, 2, 4 en 5, blz. 150-151.
(Mag ook online.)

Deze opdrachten zijn huiswerk voor dinsdag 14 maart, 1e uur.

Slide 20 - Diapositive