Je kunt signaalwoorden voor een opsomming in een tekst herkennen.
LEERDOEL
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Welke drie signaalwoorden voor een opsomming heb je gezien?
Slide 6 - Question ouverte
Je kent de moeilijke woordenwijzer.
LEERDOEL
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Je kunt de het WG, O en LV aanwijzen in een zin.
LEERDOEL
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
De PV en het WG zijn soms gelijk.
A
Waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
"In Amsterdam zagen we weer een grote groep Engelse toeristen lopen."
Schrijf het lijdend voorwerp van de zin op. Staat er geen lijdend voorwerp in de zin? Zet dan een streepje
Slide 12 - Question ouverte
Maak een zin met een lijdend voorwerp. Gebruik een van deze werkwoorden: bedenken, eten, komen, lopen, springen, vangen, ruilen, zitten
Slide 13 - Question ouverte
Je kunt de persoonvorm (PV) goed schrijven in de TT.
LEERDOEL
Slide 14 - Diapositive
Mijn zus ...................................................... zich nu voor de derde keer (verloven).
Slide 15 - Question ouverte
"Niemand geloofde dat 2B3 zo mooi kon zingen"
Schrijf het hele werkwoord op.
Slide 16 - Question ouverte
Je kunt aanhalingsteken voor directe rede gebruiken.
LEERDOEL
Slide 17 - Diapositive
schrijf hoofdletters waar het moet en zet leestekens en aanhalingstekens op de juiste plaatsen.
maaike belde me op en zei wie denk je wel niet dat je bent
Slide 18 - Question ouverte
Je kent de tien dicteewoorden.
LEERDOEL
Slide 19 - Diapositive
Welk dicteewoord is correct gespeld?
A
afische
B
affiche
C
affishe
D
affische
Slide 20 - Quiz
Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8 Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt, uitroepteken Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Hoe leer je voor je proefwerk?
Slide 21 - Diapositive
Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8 Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt, uitroepteken Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Hoe leer je voor je proefwerk?
1.3, 1.7, 1.8
Bekijk alle opdrachten. Waar heb je fouten gemaakt? Maak die opnieuw.
Maak de tekst jezelf.
Leer de gekleurde tekstblokken (lesstof) uit je hoofd.
Leer de dicteewoorden (1.8) uit je hoofd.
Slide 22 - Diapositive
Tot ziens!
Huiswerk voor dinsdag:
Succes met leren!
- Ruim je je plek op? - We blijven zitten tot de bel gaat. - Schuif je je stoel aan voordat je het lokaal verlaat?