De_misdaadparadox_H5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welke uitspraak over alinea 1 van de tekst De misdaadparadox is juist, gelet op de eerste 5 alinea's van de tekst?

1. Alinea 1 laat zien dat de begrippen 'criminaliteit' en 'veiligheid' door de jaren heen zijn veranderd
2. Alinea 1 laat zien dat mensen criminaliteit minder accepteren naarmate hun omgeving veiliger is
3. Alinea 1 laat zien dat oudere mensen criminaliteit anders ervaren dan jongere mensen
4. Alinea 1 laat zien dat stadsbewoners zich minder van criminaliteit aantrekken dan plattelandsbewoners

Met welke combinatie van begrippen kan alinea 3 het beste getypeerd worden?

1. argument-weerlegging
2. definitie-toelichting
3. stelling-onderbouwing
4. verschijnsel-voorwaarden

De tekst De misdaadparadox kan worden onderverdeeld in zes delen. Bij welke alinea begint deel 2 'Benadering van criminaliteit en veiligheid'?

De tekst De misdaadparadox kan worden onderverdeeld in zes delen. Bij welke alinea begint deel 3 'Terugloop in criminaliteitscijfers'?

De tekst De misdaadparadox kan worden onderverdeeld in zes delen. Bij welke alinea begint deel 5 'Vraagtekens bij stijging jeugdcriminaliteit'?

De introductie van de enquête is symbolisch voor een verandering in het denken over criminaliteit (r.70-72)
Formuleer de onderbouwing voor deze uitspraak. Baseer je op alinea 4 en gebruik maximaal 20 woorden.

In alinea 4 wordt positief gesproken over de slachtofferenquête. Citeer de zin uit alinea 5 t/m 7 waarin duidelijk sprake is van directe kritiek op die enquête

Wat is het gevolg van de onderrapportage, gelet op alinea 6 en 7?

1. Het gevolg van onderrapportage is dat allochtonen en jongeren minder vaak geënquêteerd worden
2. Het gevolg van onderrapportage is dat de slachtofferenquêtes duidelijk aantoonbare fouten bevatten
3. Het gevolg van onderrapportage is dat de statistieken een minder reëel beeld geven van de criminaliteit
4. Het gevolg van onderrapportage is dat zelden aangifte gedaan wordt van een gepleegde misdaad

Met welk begrip kan de functie van alinea 6 ten opzichte van alinea 5 het beste worden weergegeven?

1. gevolg
2. samenvatting
3. tegenstelling
4. uitwerking

Met welk begrip kan de functie van alinea 8 ten opzichte van de voorafgaande alinea's het beste worden weergegeven?

1. constatering
2. gevolg
3. samenvatting
4. voorbeeld

"Die gevoelens [van onveiligheid] zijn niet irreëel en hebben zeker niet alleen te maken met afgenomen tolerantie (r.172-174).
Welk type argumentatie wordt in alinea 9 gebruikt om dit standpunt te ondersteunen? Argumentatie op basis van

1. autoriteit
2. onderzoeksbevindingen
3. vermoedens
4. vooroordelen

'Kunnen die twee ontwikkelingen verklaren waarom een meerderheid denkt dat Nederland minder veilig is dan 10 jaar geleden?' (r.204-208)
Welke twee ontwikkelingen worden bedoeld? Nummer je antwoorden

'Wetenschappers spreken in dit verband wel over het criminaliseren van kattenkwaad. "Dat zien we terug in de cijfers over jeugdcriminaliteit", stelt Van der Laan' (r.257-261) Leg uit wat het verband is tussen het criminaliseren van kattenkwaad en de cijfers over jeugdcriminaliteit. Baseer je antwoord op alinea's 12 en 13. Gebruik niet meer dan 20 woorden.

Welk type argumentatie gebruiken de schrijvers in alinea 13 vooral om deze zienswijze te ondersteunen? Argumentatie op basis van

1. autoriteit
2. controleerbare feiten
3. vermoedens
4. waardeoordelen

In de tekst 'De misdaadparadox' komen geregeld onderzoekscijfers voor. Hoe kan de algehele houding van de schrijvers tegenover onderzoekscijfers het beste getypeerd worden?

1. Onderzoekscijfers bevatten harde feiten omtrent veiligheid, maar dienen met wantrouwen behandeld te worden
2. Onderzoekscijfers weerspiegelen de werkelijkheid omtrent veiligheid en zijn dus beleidsbepalend.
3. Onderzoekscijfers zijn belangrijk voor de benadering van veiligheid, op voorwaarde dat ze door ervaringsdeskundigen gesteund worden
4. Onderzoekscijfers zijn onmisbaar voor het denken over veiligheid, maar behoeven soms nuancering

Wat is de hoofdvraag waarop de tekst een antwoord probeert te geven?

1. Hoe kan het dat de cijfers aangeven dat er minder criminaliteit is, terwijl meer jongeren crimineel gedrag vertonen?
2. Hoe kan het dat de cijfers suggereren dat er meer jeugdcriminaliteit is, terwijl uit onderzoek blijkt dat dat niet zo is?
3. Hoe kan het dat er volgens de cijfers minder criminaliteit is, terwijl er meer geweldsdelicten zijn?
4. Hoe kan het dat mensen zich niet veiliger voelen, terwijl er volgens de cijfers minder criminaliteit is?

Wat is het tekstdoel van de tekst De Misdaadparadox?

1. De lezer aan het denken zetten over de beleving van veiligheid en de bevindingen uit het onderzoek rondom het thema criminaliteit en veiligheid
2. De lezer ervan overtuigen dat het heersende onveiligheidsgevoel niet kan worden verklaard door de diverse cijfers over veiligheid en criminaliteit te vergelijken
3. De lezer op de hoogte stellen van de beleving van onveiligheid door burgers en de rol van jongeren bij geweldsdelicten en andere criminaliteit
4. De lezer stimuleren om het gevoel van onveiligheid niet al te serieus te nemen, gezien de verschillende, elkaar tegensprekende, onderzoeksgegevens

Welk van de onderstaande informatie-elementen hoort niet thuis in een samenvatting van De misdaadparadox?

1. criminaliteitscijfers
2. jongeren
3. onveiligheidsgevoel
4. veelplegers