Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Werkplein 24-3
Kritisch denken
debat door jullie
Slide 1 - Diapositive
Stille wand discussie
Wat kritisch denken is en welke kritische denkvaardigheden er zijn;
Wat is een aanname
Hoe kun je feiten van meningen onderscheiden;
Waarom is kritisch denken belangrijk?
Slide 2 - Diapositive
Heb jij openheid en lef?
Niet alleen denkvaardigheden maar ook je houding is belangrijk! Je moet bereid zijn om je eigen opvattingen ter discussie te stellen, je eigen mening kritisch bekijken en bereid zijn om je mening te veranderen.
Ik haal mijn foto's ook door een filter wanneer ik ze op social media plaats
Ja
Nee
Slide 7 - Sondage
Ik vertel wel eens een leugentje om bestwil
Ja
Nee
Slide 8 - Sondage
Ik ben blij met feedback
Ja
Nee
Slide 9 - Sondage
Ik wil na deze opleiding verder studeren
😒🙁😐🙂😃
Slide 10 - Sondage
ik heb zin in mijn stage
Slide 11 - Diapositive
Ik zie tegen mijn stage op
rood is ja
oranje is beetje
groen is niet
Slide 12 - Diapositive
PAUZE
DEBAT
Slide 13 - Diapositive
We gaan debatteren
Het komende blok leer je:
goed argumenteren
jezelf goed presenteren
anderen overtuigen
snel en to-the-point reageren
beoordelen of anderen overtuigend zijn
Slide 14 - Diapositive
... weet je wat een debat is
... welke regels er zijn
... heb je een oefening gedaan
... ga je je voorbereiden op een debat
Slide 15 - Diapositive
Wat is een debat?
Slide 16 - Diapositive
Verschil debat en discussie
Debat
Discussie
Begin en eind is afgesproken
Vindt spontaan plaats
Onderwerp staat vast
Onderwerp spontaan gekozen
Volgens vaste regels
Vrije vorm
Deelnemers bekend
Iedereen kan deelnemen
Mening staat vast
Mening kan veranderen
Een derde partij overtuigen
Elkaar overtuigen
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Het debat in de klas
Heeft twee partijen: voorstanders en tegenstanders
Terwijl twee teams debatteren, hebben de anderen ook een rol:
jurylid/observator
voorzitter
tijdwaarnemer
Slide 19 - Diapositive
Als een leerling ziek is moet de hele klas vrij krijgen
schrijf zo veel mogelijk argumenten vóór je stelling, én tegen deze stelling.
Als ik je naam noem, ga je staan en geef je zo overtuigend een van je argumenten.
twee juryleden stemmen wie het meeste overtuigend was
timer
0:10
Slide 20 - Diapositive
Deel 2 werkplein kritisch denken - debat
Slide 21 - Diapositive
opwarmronde
Rode kaartje is oneens
groene kaartje is eens
Hou deze in de lucht
denk na over een argument
als je de beurt krijgt, noem je deze
Slide 22 - Diapositive
Let op;
Het gaat niet om hoe sterk je argument is
Het gaat erom dat je een argument noemt
Slide 23 - Diapositive
Dierentuinen moeten verboden worden
Slide 24 - Diapositive
Er moet een schooluniform komen
Slide 25 - Diapositive
Het Suikerfeest moet een landelijke feestdag worden
Slide 26 - Diapositive
AUB - methode
Stelling: Mensen moeten minder papier gebruiken.
Argument
Uitleg
Bijvoorbeeld
Slide 27 - Diapositive
Argument
Uitleg
Bijvoorbeeld
Als we minder papier gebruiken, worden er minder bomen gekapt. Bossen zijn enorm belangrijk, niet alleen voor het zuurstof- gehalte, maar ook voor 80% van alle dieren op aarde.
Zo leven er door de ontbossing in Indonesië bijna geen tijgers meer: er zijn er op dit moment minder dan 400. Dat blijkt uit een rapport dat Greenpeace onlangs heeft gepubliceerd.
Dat is beter voor het milieu.
Slide 28 - Question de remorquage
Debat voorbereiden 30 min
twee teams
opdracht uitdelen
lees deze door en bereid debat voor
Slide 29 - Diapositive
Debatregels
twee teams
De tijdwaarnemer houdt de tijd in degaten. De spreker moet zich aan de tijd houden.
Beide partijen spreken altijd via de juryvoorzitter, nooit direct tot de opponent.
De jury beslist wie het meest overtuigend was en wie dus heeft gewonnen.
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
twee teams
Stelling :
Slide 32 - Diapositive
Daar wil ik even op reageren
Regels:
Je luistert naar elkaar.
Als je wil reageren, sta je op en zeg je: "Daar wil ik even op reageren".
Slide 33 - Diapositive
Stelling
School moet haar leerlingen betalen om naar school te komen.