Ma 04-03 Positieve/negatieve woorden in examenteksten

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is de betekenis van 'approbation'?

Slide 3 - Question ouverte

Is 'désapprobation' een positief of een negatief woord?
A
positief
B
negatief

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Geven de onderstaande woorden een positief of een negatief verband aan in examenteksten? Sleep de woorden naar het juiste handje.
acceptable
admirateur
mécontent
espoir
désenthousiasmé
étonné
critique
fier
décevant

Slide 7 - Question de remorquage

Is 'mécontent' een positief of een negatief woord?
A
positief
B
negatief

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Onthouden:
Negatieve Franse woorden beginnen vaak met de voorvoegsels:
- in/im
- des
- mé

Slide 13 - Diapositive

angoisse
A
positif
B
négatif

Slide 14 - Quiz

fier
A
positif
B
négatif

Slide 15 - Quiz

critique
A
positif
B
négatif

Slide 16 - Quiz

désapprobateur
A
positif
B
négatif

Slide 17 - Quiz

dur
A
positif
B
négatif

Slide 18 - Quiz

convaincu
A
positif
B
négatif

Slide 19 - Quiz

courageuse
A
positif
B
négatif

Slide 20 - Quiz

enthousiaste
A
positif
B
négatif

Slide 21 - Quiz

Doen:
Log in bij Woots.
Hier staan twee CITO oefenexamens voor je klaar.
Maak een begin met de eerste.

Slide 22 - Diapositive

Wat is de betekenis van 'content'?

Slide 23 - Question ouverte