1.3 een verzuilde samenleving

1.3 Waarom en hoe raakte de samenleving verdeeld in 4 zuilen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare school

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

1.3 Waarom en hoe raakte de samenleving verdeeld in 4 zuilen

Slide 1 - Diapositive

Bij welke politiek stroming hoorde Samuel van Houten?
A
Socialisten
B
Confessionelen
C
Liberalen
D
Communisten

Slide 2 - Quiz

Welke 1)burgers met 2) welke ideologie hadden de meeste rechten tussen 1848 en 1917?

Slide 3 - Question ouverte

Socialisten vinden ................... het allerbelangrijkste:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
veiligheid
D
vrije tijd

Slide 4 - Quiz

Hoe willen de communisten meer rechten geven aan de arbeiders?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe willen de sociaal-democraten meer rechten voor de arbeiders krijgen?

Slide 6 - Question ouverte

wie was de leider van de Sociaal-democratische arbeiderspartij
A
Karl Marx
B
Johan Rudolph Thorbecke
C
Willem III
D
Pieter Jelle Troelstra

Slide 7 - Quiz

Vanuit het Marxisme( socialisme) ontstonden 2 stromingen/groepen. Dit zijn:
A
liberalisme en communisme
B
socialisme en democratie
C
communisme en democratie
D
socialisme en communisme

Slide 8 - Quiz

Bevolkingsgroepen in de 19e eeuw

Slide 9 - Diapositive

protestanten
Al het gezag komt van God, dus ook de overheid
Je moest gehoorzaam zijn mits de overheid zich aan de regels van de Bijbel hoorde
Van het socialisme moesten protestanten niets hebben
Protestanten noemen zich antirevolutionair. Ze verwierpen de ideeën van de Franse revolutie ( liberalisme). God moet centraal staan

Slide 10 - Diapositive

protestanten=anti-revolutionairen
De protestante (gereformeerden) mensen vond je vooral in de lagere middenklasse zoals kleine winkeliers)
Zij werden “kleine Luyden”genoemd.




Slide 11 - Diapositive

De leider  van de protestanten was Abraham Kuyper
Zij richten de eerste, Nederlandse politieke partij op, de ARP (anti-revolutionaire Partij)

Na 1879 richten de gereformeerden veel eigen organisaties op zoals, universiteiten, kranten en vakbonden(Trouw, NCRV)

Slide 12 - Diapositive

Katholieken
In de minderheid ( 1/3 deel bevolking)
minder rechten dan protestanten
Door de gelijke rechten van 1848 veranderde  voorhen er echter niet veel

Ze wilden dezelfde rechten hebben!
De katholieke kerk was ook tegen het socialisme

Slide 13 - Diapositive

Zij richten de RKSP(Rooms Katholiek Staatspartij )op 
Herman Schaepman is hun leider(1907) 
Ook zij gaan hun eigen organisaties zoals scholen en kranten oprichten(Volkskrant, KRO)



Slide 14 - Diapositive

confessionalisme
Samen worden de protestanten en de katholieken de confessionelen genoemd

confessionalisme is dus een ideologie die uitgaat van het christelijk geloof

Slide 15 - Diapositive

overeenkomsten tussen protestanten en katholieken
-Beiden waren dus tegen het socialisme.
  Het socialisme zou alleen maar leiden tot verdeeldheid tussen 
   bazen werknemers.De overheid moest zelf voor de zwakkeren     opkomen door te zorgen voor samenwerking

- Beiden gaan uit van de bijbel

Slide 16 - Diapositive

Beide groepen wilden emanciperen
Dat is het streven naar dezelfde rechten

(in dit geval streven naar dezelfde rechten als de liberalen)

Slide 17 - Diapositive

schoolstrijd
In 1878 voerden de liberalen een nieuwe schoolwet in, waarin stond dat scholen de leerlingen moest laten kennismaken met de moderne wetenschappelijke ideeën.

Dit wilden de protestanten(gereformeerden) en katholieken niet. Zij wilden hun protestante en katholieke scholen behouden.

Er was namelijk sinds 1848 vrijheid van onderwijs en dus waren er veel bijzondere (=christelijke) scholen. Deze scholen moesten de katholieken en protestanten dus zelf betalen, de overheid betaalde alleen de openbare scholen.

Slide 18 - Diapositive

De protestanten en katholieken wilden dat de overheid deze bijzondere scholen ook ging betalen. 
De katholieken en protestanten komen in actie.
Maar deze strijd van de ktholieken en de protestanten om betaling van alle scholen door de overheid wordt  de schoolstrijd genoemd, 

Slide 19 - Diapositive

De liberalen merken dat de christelijke partijen veel samen doen. Zij richten in 1885 de partij de Liberale Unie op
Hun leider is Cort van der Linde

Slide 20 - Diapositive

Na deze periode ontstonden dus politieke partijen
-ARP - anti-revololutionaire partij-prostestanten- Kuyper

-RKSP-Roomskatholieke Staats partij-katholieken-Schaepman

-SDAP-Sociaaldemocratische Arbeiderspartij- socialisten- Troelstra
https://schooltv.nl/video/parlement-het-ontstaan-van-de-eerste-politieke-partijen/#q=onstaan%20politieke%20partijen

Slide 21 - Diapositive

Alle groepen in Nederland hadden nu hun eigen organisaties binnen hun groep opgericht. (Zoals politieke partijen, jeugdverenigingen. sportclubs, scholen, vakbonden.)
Er was geen contact met een andere groep
Dit noem je de verzuiling

https://schooltv.nl/video/clipphanger-wat-is-verzuiling/ 


Slide 22 - Diapositive

vraag op volgende slide
Bekijk de afbeelding goed en 
kijk naar symbolen en kleuren

Slide 23 - Diapositive

Geef aan hoe je kan zien dat de SDAP een
socialistische partij was

Slide 24 - Question ouverte

Bekijk de afbeelding en antwoord op de volgende slide
Hoe kan je aan 
deze poster zien dat de poster 
 van een katholiek partij was?

Slide 25 - Diapositive

Geef aan hoe je kan zien dat het om een katholieke partij gaat

Slide 26 - Question ouverte

Mensen kregen steeds minder contact met mensen uit andere zuilen. 

Slide 27 - Diapositive

caoutchouc artikel
Men probeerde elke keer het kiesrecht uit te breiden
Dit gaat geleidelijk.
In 1896 maakt men een wet waarin staat dat als iemand een diploma heeft gehaald, hij geschikt is om te stemmen
Vanaf 1896 was door deze wet een schooldiploma genoeg om te mogen stemmen

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo