Tweelingen

Tweelingen
Twee-eiige tweeling

Eeneiige tweeling


Wat is het verschil?
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Tweelingen
Twee-eiige tweeling

Eeneiige tweeling


Wat is het verschil?

Slide 1 - Diapositive

Een twee-eiige tweeling is een tweeling die ontstaan is uit?
A
één eicel en één zaadcel
B
twee eicellen en twee zaadcellen

Slide 2 - Quiz

Bij een een-eiige tweeling is:
A
Het genotype en fenotype hetzelfde
B
Alleen fenotype hetzelfde
C
Genotype en fenotype verschillend
D
Alleen fenotype verschillend

Slide 3 - Quiz

Gaat het om een eeneiige tweeling of om een twee-eiige tweeling.
Eeneiig
Twee-eiig
Stella en Michael zijn een tweeling.
Sharid en Mo zijn ontstaan uit twee eicellen.
Liu en An zijn ontstaan uit één zaadcel.
Joop en Joost hebben hetzelfde genotype (= erfelijke eigenschappen)

Slide 4 - Question de remorquage

Hebben eeneiige tweelingen hetzelfde genotype? En twee-eiige tweelingen?
A
Alleen eeneiig heeft hetzelfde genotype
B
Alleen twee-eiig heeft hetzelfde genotype
C
Beide hebben hetzelfde genotype

Slide 5 - Quiz

Tweelingen kunnen eeneiig en twee-eiig zijn. Waaruit is een eeneiig tweeling ontstaan?
A
Een eicel en twee zaadcellen.
B
Een eicel en een zaadcel.
C
Twee eicellen en twee zaadcellen.

Slide 6 - Quiz

Een een-eiige tweeling heeft ..
A
altijd hetzelfde geslacht
B
soms het zelfde geslacht
C
nooit hetzelfde geslacht

Slide 7 - Quiz

Beau is net bevallen van een tweeling, een jongen en een meisje.
wat voor een tweeling is dit?
A
twee-eiige tweeling
B
Siamese tweeling
C
eeneiig tweeling
D
tweeslachtige tweeling

Slide 8 - Quiz

A
B
Ééneiige tweeling
Twee-eiige tweeling

Slide 9 - Question de remorquage


De kinderen 2 en 3 zijn jongens.

Welke tweeling lijkt het meest op elkaar, tweeling A of tweeling B?
A
Tweeling A
B
Tweeling B

Slide 10 - Quiz