Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
4.5 Remmen
Slide 1 - Diapositive
4.5 Remmen
Lesdoel;
De stopafstand kunnen uitrekenen met behulp van de reactie-tijd en remweg.
Slide 2 - Diapositive
0
Slide 3 - Vidéo
Soorten bewegingen
Slide 4 - Diapositive
Wat is snelheid?
A
De afstand die je aflegt in een uur
B
De afstand die je aflegt in een bepaalde tijd
C
De tijd die je nodig hebt om een kilometer af te leggen
D
De tijd die je nodig hebt om een meter af te leggen
Slide 5 - Quiz
Reactietijd
De tijd tussen het zien van het gevaar en remmen.
Afhankelijk van de bestuurder. Reactie tijd: 0,7-1,0
niet opletten
Vermoeidheid
Alcohol
Drugs
Medicijnen
Slide 6 - Diapositive
reactietijd
dit is de tijd tussen het zien en het reageren
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Reactie-afstand
De afstand die je aflegt tijdens de reactietijd.
De reactieafstand reken je uit met:
Sreactie = v . t
SReactie is de reactieafstand in meter (m)
v is de snelheid in meter per seconde (m/s)
t is de reactietijd in seconde
Slide 9 - Diapositive
Reactieafstand
De reactieafstand Is ook afhankelijk van de beginsnelheid.
Bij een reactietijd van 1,5 seconde en
een beginsnelheid van 6 m/s is de reactieafstand:
6x1,5= 9m
Bij een beginsnelheid van 9 m/s is de reactierafstand
9 x 1,5s = 13.5m
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Hoe groot is je reactieafstand als je 50 km/h rijdt?
A
50 m
B
23.8 m
C
13.8 m
D
dat kan je niet weten
Slide 12 - Quiz
voorbeeld berekenen reactieafstand
Cindy fietst naar school met een snelheid van 18 km/h en moet ineens remmen. Haar reactietijd is 1 sec. Reactieafstand?
Gegevens: V=18 km/h, t= 1 s.
Gevraagd: s=?
Formule: s = v . t
Berekening: 18 / 3,6 = 5 m/s. s = v . t s = 5 . 1 = 5 meter
Antwoord: Cindy's reactieafstand is: 5 meter.
Slide 13 - Diapositive
Je rijdt met 15 km/h als je ziet dat je moet remmen. Je reactietijd is 1,2 s. Wat is de reactieafstand?
A
1,2 m
B
4,17 m
C
5 m
D
9,17 m
Slide 14 - Quiz
Een fietser fietst met een snelheid van 20 km/h. Hoe groot is zijn reactieafstand in meters als zijn reactietijd 2,0 s bedraagt?
A
0,56 m
B
0,28 m
C
10 m
D
11 m
Slide 15 - Quiz
Remweg
De remtijd is de tijd waarin je snelheid kleiner wordt.
De afstand die je aflegt tijdens het remmen noem je de remweg.
De remweg hangt af van:
De snelheid
De remkracht
De massa
De kwaliteit van de banden
De gladheid van de weg
ABS (anti blokkeer systeem)
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
0
Slide 19 - Vidéo
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Berekenen van de remweg
formule: Srem = 1/2 v . t
Srem = de remafstand in meter (m)
v = de beginsnelheid in meter per seconde (m/s)
t = de remtijd in seconde (s)
Slide 22 - Diapositive
remweg berekenen
De snelheid van een scooter is 6 m/s. De tijd om tot stilstand te komen nadat hij zijn rem heeft ingedrukt is 2 s.
Bereken de remweg.
gegevens: v= 6 m/s, t = 2s
gevraagd: Srem
formule: Srem= 1/2 v.t
berekening: Srem = 1/2 x 6 x 2 = 6 m
antwoord: de remweg is 6 m
Slide 23 - Diapositive
Een fietser fietst op een fietspad en ziet een bal de weg op rollen. Terwijl hij grijpt naar zijn rem legt hij 2 meter af en daarna komt hij na het remmen op een totale afstand van 9 meter tot stilstand. Wat was zijn remweg?
A
4,5 meter
B
7 meter
C
9 meter
D
11 meter
Slide 24 - Quiz
Een scooter maakt een noodstop. De beginsnelheid van de scooter is 45 km/h. De scooter remt in 4,4 s tot stilstand.
De beweging is eenparig vertraagd. Bereken de remweg.
A
27,5m
B
55 m
C
99m
D
198m
Slide 25 - Quiz
een vrachtwagen rijdt in de regen met 22,2 m/s. hoe groot is zijn remweg?
A
24,5m
B
48m
C
50m
D
het goede antwoord staat er niet tussen
Slide 26 - Quiz
Een vliegtuig komt op de landingsbaan met een snelheid van 180 km/h en heeft een remweg van 350 m. Hoe lang duurt het remmen tot het vliegtuig stilstaat?
A
1,9 s
B
3,8 s
C
7,0 s
D
14,0 s
Slide 27 - Quiz
Van welke factoren hangt je remweg af?
A
1 je concentratie,
2 je snelheid,
3 het soort wegdek
B
1 sneeuw op de weg,
2 het profiel van de banden,
3 je snelheid,
4 het soort wegdek
C
1 vreemde stoffen in je lichaam,
2 je leeftijd,
3 nat of droog wegdek
D
1 De massa van het voertuig
2 vermoeidheid
3 de remkracht
4 de grip van de banden
Slide 28 - Quiz
Stopafstand
De stopafstand is de totale afstand die afgelegd wordt tussen het zien van het gevaar en het stilstaan.
stopafstand = reactieafstand + remweg
Sstop = Sreactie + Srem
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Welke afstand is altijd het langste
A
Stopafstand
B
Remweg
C
Reactieafstand
Slide 31 - Quiz
Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg
Op welke van deze drie afstanden heeft de massa invloed?
A
Alleen op de remweg
B
Alleen op de reactieafstand
C
op de remweg en de stopafstand
D
op de reactieafstand en de stopafstand
Slide 32 - Quiz
De reactieafstand is 25,8 m en de remweg is 36,8 m. Hoe groot is de stopafstand?
A
11 meter
B
25,8 meter
C
36,8 meter
D
62,6 meter
Slide 33 - Quiz
Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg Welke van deze drie afstanden verandert als de bestuurder flink gedronken heeft?
A
remweg + stopafstand
B
reactieafstand + stopafstand
C
alle afstanden
D
reactieafstand + remweg
Slide 34 - Quiz
Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg
Op welke van deze drie afstanden heeft de toestand van het wegdek invloed?
A
Remweg + stopafstand
B
Op alle afstanden
C
Remweg + reactieafstand
D
Reactieafstand + Stopafstand
Slide 35 - Quiz
In deze diagrammen is de snelheid gegeven van vier bestuurders die moeten stoppen. De kleinste stopafstand is er in:
A
diagram 1
B
diagram 2
C
diagram 3
D
diagram 4
Slide 36 - Quiz
Piet rijdt met 72 km/h. Hij ziet een hert oversteken. Zijn reactietijd is 0,80 s. Zijn remtijd is 3 s. Wat is zijn stopafstand?