Romantisme

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
fMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Littérature
1. Moyen Âge
2. Renaissance
3. Classicisme
4. Lumières
5. Romantisme
6. Réalisme
7. Fin de siècle

Slide 2 - Diapositive

Romantisme
Intro filmpje Thieme

* Romantiek ontstaat rond 1750 in Duitsland en Engeland, ongeveer halve eeuw later in Frankrijk.


Slide 3 - Diapositive

Na de revolutie is er veel onrust en chaos in Frankrijk. In 1799 pleegt Napoléon Bonaparte een staatsgreep en in 1804 roept hij zichzelf uit tot keizer. Hij breidt zijn keizerrijk uit. Hij gedraagt zich als een dictator. Na nederlaag in Waterloo wordt hij verbannen naar Sint Helena waar hij in 1821 overlijdt.

Slide 4 - Diapositive

In 1830 en 1848 volgen er weer revoluties, het volk vecht voor betere levensomstandigheden en meer rechten. 

In deze periode verandert Frankrijk van een agrarische in een industriële samenleving. 

Slide 5 - Diapositive

Le mal de siècle
* mislukte idealen van de Franse Revolutie
* negatieve gevolgen van de industriële revolutie voor arbeiders
* harde bewind van Napoléon

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Effect op literatuur
- romantische schrijvers die de misstanden in de maatschappij aan de kaak stellen 
- romantici die willen vluchten uit het hier en nu (verhalen spelen zich af in denkbeeldige oorden in verre landen)

Slide 8 - Diapositive

Le culte du moi
Individu met zijn persoonlijke gevoelens staat centraal. (in contrast met verlichting waarbij het verstand centraal stond)
Nieuwe genres in de literatuur:
- autobiografische roman
- historische roman
- toekomstroman
- reisbeschrijvingen naar verre landen
- sociale roman

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Franse schrijvers
- Victor Hugo
- Alfred de Musset
- Alexandre Dumas

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Victor Hugo - Demain, dès l'aube
2. a. les yeux fixés sur mes pensées - mijn ogen gericht op mijn gedachten
b. sans rien voir - zonder iets te zien
c. sans entendre aucun bruit - zonder iets te horen
d. le dos courbé - de rug gebogen
e. triste - bedroefd
3. Ze kunnen het eeuwige leven in het hiernamaals symboliseren. 

Slide 15 - Diapositive

4. De ik-persoon verwoordt zijn persoonlijke gevoelens. Hij is alleen. Voorbeelden: het woordje 'je' dat telkens terugkomen, de woorden: seul, inconnu, triste, le jour pour moi pour moi sera comme la nuit

Slide 16 - Diapositive