De Industriële Revolutie in Nederland

De Industriële Revolutie in Nederland

Leerdoel

Aan het einde van de les weet je hoe de productie verliep in de tijd van burgers en stoommachines en kun je beschrijven hoe de industrialisatie in Nederland plaatsvond.

Wat weet je al over de Industriële Revolutie?

Energizer

Doe een korte bewegingsoefening om de energie van de leerlingen te verhogen en ze klaar te maken voor de les.

Bronopdracht

Analyseer een historische bron over de Industriële Revolutie in Nederland en beantwoord de vragen die erbij horen.

Wat is de Industriële Revolutie?

De Industriële Revolutie was een periode waarin handmatige productieprocessen werden vervangen door machines. Het begon in Engeland in de 18e eeuw en verspreidde zich later naar andere delen van de wereld.

Productie in de tijd van burgers en stoommachines

In de tijd van burgers en stoommachines vond de productie voornamelijk plaats door middel van ambachtelijke technieken. Elk product werd met de hand gemaakt, wat tijdrovend en arbeidsintensief was.

De Industrialisatie in Nederland

De industrialisatie in Nederland begon in de 19e eeuw en werd gestimuleerd door de aanleg van spoorwegen, de ontwikkeling van de mijnbouw en de groeiende vraag naar industriële producten.

Fabrieken en arbeiders

Tijdens de industrialisatie werden fabrieken gebouwd waarin machines werden gebruikt om goederen op grote schaal te produceren. Arbeiders werkten lange dagen onder zware omstandigheden voor lage lonen.

Impact van de industrialisatie

De industrialisatie had zowel positieve als negatieve gevolgen. Aan de ene kant zorgde het voor economische groei en technologische vooruitgang, maar aan de andere kant leidde het ook tot sociale ongelijkheid en milieuverontreiniging.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.