Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Les 4. Horeca - bedieningsmedewerker
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van de les weet ik
Wat de term HoReCa betekenen
De 6 P's
Beroepen in de Horeca
Hoe ik de tafel moet dekken
Hoe ik moet uitserveren aan tafels
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent HoReCa?
Ho = Hotel
Re = Restaurant
Ca = Café
Valt een afhaalrestaurant dan ook onder Horeca?
Slide 3 - Diapositive
DE 6 P 's.
Het concept van het bedrijf
Plaats
Product
Prijs
Personeel
Presentatie
Promotie
Slide 4 - Diapositive
Welke beroepen zijn er in de horeca
Kok
Gastvrouw/heer
Schoonmakers
Afwassers
Managers
6. Receptionist(e)
Slide 5 - Diapositive
Maak oogcontact
Soms komt het voor dat meerdere gasten tegelijk jouw aandacht willen. Dat is lastig, want je kunt niet op meerdere plekken tegelijk zijn. Zorg er daarom voor dat je altijd oogcontact maakt met je gasten. Oogcontact geeft mensen de bevestiging dat ze opgemerkt worden. Een vriendelijke glimlach of een bevestigend knikje is vaak al voldoende. Vaak vinden ze het dan helemaal niet erg om eventjes te wachten.
Slide 6 - Diapositive
Tafel dekken
Werk met het bestek van buiten naar binnen:
Het bestek dat je eerst nodig hebt ligt aan de buitenkant.
De vorken liggen aan de linkerkant, messen en lepels aan de rechterkant.
Zorg dat de snijzijde van het mes naar binnen wijst.
Het bestek voor het nagerecht ligt altijd horizontaal boven het bord.
Slide 7 - Diapositive
Serveren hoe doe je dat:
Het uitserveren van borden en glazen gaat altijd vanaf de rechterkant van de gast.
Bij het uitserveren van drankjes serveer je altijd het drankje met het logo naar de gast toe en de borden altijd met het gerecht netjes in het midden
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Barista of barman
Een Barista is gespecialiseerd in het maken van koffie.
Slide 10 - Diapositive
Koffie in de horeca
In koffie zit cafeïne, dit geeft een oppepper.
Koffie wordt als nagerecht of na het nagerecht gedronken
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Waar staat het woord horeca voor? (2p)
Slide 13 - Question ouverte
Een pizzeria waar je alleen pizza's kunt afhalen valt niet onder horeca? (1p)
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Waar weet een barista veel vanaf? (1p)
A
Bier
B
Cocktails
C
Koffie
Slide 15 - Quiz
Waarom is het belangrijk dat je oogcontact maakt met je gasten? (1p)
A
zodat ze weten dat jij ze gezien hebt
B
zodat ze weten dat jij er direct aan komt
C
zodat ze weten dat jij het druk hebt
D
zodat ze weten dat je er niet aan komt
Slide 16 - Quiz
Wat hoort er niet bij gastvrijheid? (1p)
A
de tafels schoonhouden
B
een praatje maken met de klant
C
om de 5 minuten vragen of het eten smaakt
D
rekening houden met allergieën
Slide 17 - Quiz
Bediening
catering
Cassière
Je serveert eten en drinken aan mensen.
Je maakt eten voor grote groepen mensen
Je helpt mensen met betalen aan de kassa.
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is uitserveren (2p)
A
dit doe je toch met tennis
B
dit is hoe je drankjes en gerechten bij gasten neerzet