1.1 Afronden op ronde getallen

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Rekenvaardigheid Hoofdstuk: 1 optellen
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek van rekenen er bij.

Denk er aan: 

- Schrijf altijd de HELE berekening op (zie voorbeeld opgave!). 

- GEEN rekenmachine. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

- Plannen en organiseren;

organiseert zijn spullen voor de komende opdracht binnen de gestelde tijd (voor en na het werken). 

(alle andere spullen zijn opgeruimd en van tafel af!) 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Liz, Sem, Gijs, Luca, Abdimalik, Joey, Justin, Senn, Noah, Lars, Chill

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je de waarde van cijfers benoemen.

- kun je afronden op ronde getallen

Verdiept arrangement:

niemand

Huiswerk noteren + maken:

Les: 1.1

blz.: 8 t/m 11

opdr.: 2 t/m 19

Mini-check

Quiz mee

Welke waarde heeft het cijfer 3 in het getal:

23 098

1. tienduizendtal 3 x 10 000 = 30 000
2. duizendtal 3 x 1000 = 3000
3. honderdtal 3 x 100 = 300
4. tiental 3 x 10 = 30

Welke waarde heeft het cijfer 9 in het getal:

87 978

1. tienduizendtal 9 x 10 000 = 90 000
2. duizendtal 9 x 1000 = 9000
3. honderdtal 9 x 100 = 900
4. tiental 9 x 10 = 90

Rond 78 af op tientallen

1. 70
2. 80
3. 100
4. 8

Rond 450 af op honderdtallen

1. 400
2. 500
3. 45
4. 460

Wie maakt wat?

Had je 3 van de 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 

Je maakt les 1.1 opdracht 1 t/m 19 op blz 8 t/m 11

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Noteer de waarde van het cijfer 5:
453

Noteer de waarde van het cijfer 5:
5823

Rond 43 af op tientallen

Rond 683 af op hondertallen

Rond 2499 af op een duizendtal

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (Liz, Sem, Gijs, Luca, Abdimalik, Joey, Justin, Senn, Noah, Lars, Chill)?

Lees en maak les 1.1, blz. 8 t/m 11  opdr. 1 t/m 19

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (Niemand)?

... kom aan de instructietafel zitten. 

Dan gaan we samen aan de slag.

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

V: Les 1.1, blz. 8 t/m 11,  opdr. 2 t/m 19 --> niemand

B: Les 1.1, blz. 8 t/m 11, opdr. 1 t/m 19 --> Liz, Sem, Gijs, Luca, Abdimalik, Joey, Justin, Senn, Noah, Lars, Chill

I: Les 1.1, blz. 8 t/m 11, opdr. 1 t/m 19 --> niemand

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets / Sudoku / Smartgame.

7. Evaluatie

- Plannen en organiseren; organiseert zijn spullen voor de komende opdracht binnen de gestelde tijd. 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Welke waarde heeft het cijfer 3 in het getal:

43 178

1. tienduizendtal 3 x 10 000 = 30 000
2. duizendtal 3 x 1000 = 3000
3. honderdtal 3 x 100 = 300
4. tiental 3 x 10 = 30

Welke waarde heeft het cijfer 9 in het getal:

18 963

1. tienduizendtal 9 x 10 000 = 90 000
2. duizendtal 9 x 1000 = 9000
3. honderdtal 9 x 100 = 900
4. tiental 9 x 10 = 90

Rond 83 af op tientallen

1. 70
2. 80
3. 100
4. 8

Rond 493 af op honderdtallen

1. 400
2. 500
3. 45
4. 460

Ik kan de waarde van een cijfer benoemen

0100

Ik kan getallen afronden op zowel tiental, honderdtal, duizendtal, tienduizendtal

0100

Afsluiting

Ruim je boek en spullen van RV op.

Volgende lesuur: ....................