2 BKT 2.2

• Economie
• Voortgezet speciaal onderwijs

H2 Thuis en buitenshuis

Paragraaf 2: Een etentje thuis

Vandaag

Herhaling

Huiswerk bespreken

Hoofdstuk 2 paragraaf 2

Vragen beantwoorden

Huiswerk

Rekentrainer

Controleren

Bespreken

Behoefte

is iets missen waarmee een wens vervuld kan worden

Consumeren

Het bevredigen van behoeften door:

- iets te kopen
iets te doen

Schaarste

De middelen zijn ontoereikend om in alle behoeften te voorzien.

Leerdoelen paragraaf 2

• Ik kan de verschillen tussen betaalde en onbetaalde productie benoemen. 
• Ik kan aangeven wat er nodig is voor de productie.

Productie

We maken onderscheid tussen:

- Betaalde productie, iets doen of maken tegen betaling

- Onbetaalde prodcutie, iets doen of maken zonder betaald te worden

Onbetaalde productie

productie thuis zoals:
- eten koken
- de was doen
- kinderen verzorgen
- fiets repareren

Je produceert voor je eigen behoefte of voor elkaars (gezin)

Onbetaalde productie

Betaalde productie

Productiefactoren

Arbeid = noodzakelijke arbeid voor de productie

Kapitaal = huisvesting, machines, transportmiddelen

Natuur = grondstoffen en energie 

                            voor productie

Productie uitbesteden

• Je moet ervoor betalen
• Je hebt er vaak geen zin in
• Je hebt er geen tijd voor

Productie thuis

• Het is (vaak) gratis
• Het is makkelijk
• Je hebt wel tijd/zin om het te doen

Het verschil tussen de kosten productie bedrijf en eigen productie = waarde productie thuis

Wanneer je zelf kipdrumsticks maakt kost het €7,98. Wanneer je ze afhaalt bij het afhaalcentrum kosten ze €15,50. Wat is de waarde van de productie thuis?

1. € 7,52
2. € 7,98
3. € 15,50
4. €23,48

Afval

door productie onstaat afval

sommige afval veroorzaakt milieuschade in grond, water of lucht.

herstel is kostbaar

investeren

Er is extra kapitaalgoederen nodig als een bedrijf meer wil produceren.

Er zijn andere kapitaalgoederen nodig als een bedrijf andere producten wil produceren of goedkoper wil produceren.

Huiswerk 9-1-2020

Leren en maken paragraaf 2 

+ rekentrainer paragraaf 2

Nabespreking

Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?