do 7 mei 2020

Donnerstag, der siebte Mai 2020
Ziel(doel):   ik kan een kort gesprekje houden over sport en weet wat een sterk werkwoord is
 


  • opdracht 5 in tweetallen 
  • sterke ww met a en e in de stam in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord: uitleg, daarna alfstandig werken aan 8 + 9 van Lektion 4 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Donnerstag, der siebte Mai 2020
Ziel(doel):   ik kan een kort gesprekje houden over sport en weet wat een sterk werkwoord is
 


  • opdracht 5 in tweetallen 
  • sterke ww met a en e in de stam in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord: uitleg, daarna alfstandig werken aan 8 + 9 van Lektion 4 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

waar gaat dit Kapitel
(hoofdstuk)  over? 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

vragen , die je beantwoord en aan mij stuurt via Teams door een schermafbeelding

Slide 10 - Diapositive

Wat is het beste blijven hangen van Kapitel 3

Slide 11 - Question ouverte

Wat zou je nog willen weten over Kapitel 3

Slide 12 - Question ouverte

Wat heb je geleerd van Lektion 1. Leg je antwoord ook uit

Slide 13 - Question ouverte

Wat heb je geleerd van Lektion 2. Leg je antwoord ook uit

Slide 14 - Question ouverte

Wat heb je geleerd van Lektion 3. Leg je antwoord ook uit

Slide 15 - Question ouverte

Grammaticaoverzicht van 
Kapitel 4

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Stappenplan naamvallen
1. Check voorzetsels en werkwoorden en bepaal de naamval
2. bepaal het geslacht van het woord achter de vz/ ww
3. ga de zin verder ontleden als er geen voorzetsel in staat
gebruik hiervoor bijv. HIJ/HEM/AAN HEM
4.  bepaal het geslacht van het woord
5. Kijk in het schema voor de uitgang (let goed op of het woord, dat je moet invullen bij de DER-groep of EIN-groep hoort) 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Grammaticaoverzicht + filmpjes van/bij Kapitel 3 komen hierna
algemene tips

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

0

Slide 28 - Vidéo

0

Slide 29 - Vidéo

0

Slide 30 - Vidéo

0

Slide 31 - Vidéo

0

Slide 32 - Vidéo

0

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive