5. De Islam

De Islam
5. De Islam
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Islam
5. De Islam

Slide 1 - Diapositive

Herhaling 

Slide 2 - Diapositive

Herhaling leervragen (4) 
  1. Wat is een kerkvader?
  2. Waarom is Augustinus een belangrijke kerkvader?
  3. Wat is een klooster? Leg ook uit wat monniken en nonnen zijn.
  4. Wat zijn taken van kloosterlingen?
  5. Waarom was er een verschil tussen de idealen van kloosters en de werkelijke situatie? (!)
  6. Wie waren de hoge geestelijken en hoe leefden zij?
  7. Wie waren de lage geestelijken en hoe leefden zij?
  8. Wat is de kerstening?
  9. Hoe werden de Franken christelijk? (!)
  10. Wat deden de kerk en de Frankische koningen voor elkaar?
  11. Hoe verliep de kerstening van de Friezen en de Saksen (noem hier Willibrord en Bonifatius). 










Slide 3 - Diapositive

Een kerkvader is
A
Iemand die de verantwoordelijkheid heeft over een kerk.
B
Iemand die het christelijke geloof heeft bedacht.
C
Iemand die belangrijke ideeën en regels over het christendom vast legde.
D
Een ander woord voor messias.

Slide 4 - Quiz

Wat is kerstening?
A
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer.
B
De verspreiding van het christendom.
C
Dat is als de leenheer op jihad gaat.
D
Dat betekent dat de paus beschermt moet worden.

Slide 5 - Quiz

Wat deden de kerk en de Frankische koningen voor elkaar?

Slide 6 - Question ouverte

Planning 
Vrijdag 14 april - Werk les 
Vrijdag 21 april - Uitleg hoofdstuk 6: Het Kasteel 

Woensdag 10 mei - Herhaling / Oefentoets 

Vrijdag 12 mei - Proefwerk Monniken en Ridders 




Slide 7 - Diapositive

Leervragen
  1. Welke boodschap kreeg Mohammed van de engel?
  2. Wat is de hedsjra?
  3. Hoe verspreidde de islam zich na de dood van Mohammed?
  4. Wat gebeurde er met christenen en joden in de gebieden die door aanhangers van de islam werden veroverd?
  5. Op welke manieren waren de Arabieren verder ontwikkeld dan de Europeanen? Noem vijf.  
Leerdoel: Hoe ontstond de islam en hoe heeft deze nieuwe goddienst zich verspreid?




Slide 8 - Diapositive

Veel goden of één god? 
  • In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
  • Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
  • Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
  • Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.

Slide 9 - Diapositive

Mohammed (1)
  • Mohammed was een handelaar uit Mekka. 
  • In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren. 
  • De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit

Slide 10 - Diapositive

Van Mekka naar Medina (2)
Jaartal: 622

  • Mohammed vlucht naar Medina
  • Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
  • In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
  • Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers. 
  • Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 11 - Diapositive

Terug naar Mekka
Jaartal: 630

  • Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
  • Er werd gevochten en Mohammed won. 
  • Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim. 
  • Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.

Slide 12 - Diapositive


In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender?
A
2640
B
1398
C
622
D
1854

Slide 13 - Quiz


Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 14 - Quiz


De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden

Slide 15 - Quiz


Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah

Slide 16 - Quiz


Welke godsdienst is het oudst?
A
Christendom
B
Islam
C
Jodendom

Slide 17 - Quiz

De islam
  • Islam betekent: 'onderwerping'
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
  • Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Jibriel (Gabriel) aan Mohammed geopenbaard.
  • Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
  • Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht

Slide 18 - Diapositive

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 19 - Diapositive

Verspreiding van de islam (3)
Vanaf 632

  • Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. (fanatieke vechters) 
  • De meeste mensen in deze gebieden worden moslim. (25 jaar) 
  • Zwakke rijken zoals van de Byzantijnen en Perzen werden makkelijk veroverd.

Slide 20 - Diapositive

Slag bij Poitiers
732

  • Franken en Arabieren vielen regelmatig elkaars gebied binnen.
  • In 732 vochten hun legers bij de Franse plaats Poitiers. 
  • Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, leidde de Franken. 
  • Zijn leger was groter en zijn soldaten kenden het terrein vochten.
  • De Arabieren werden verslagen en zouden nooit meer zo ver noordelijk komen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

soennitisch
sjiitisch
ibadisch

Slide 23 - Diapositive

Kalief Harun Al Rashid
  • Hoofdstad Bagdad: 1 miljoen inwoners

  • Handel met andere delen in de wereld zoals Afrika, India en China. Ook geloofsverspreiding 

  • Bankensysteem
  • Ambtenarenapparaat
  • Belangstelling voor Griekse filosofen en geleerden

Slide 24 - Diapositive

Verspreiding van de Islam (4)

  • Rijk verbrokkelde in verschillende Islamitische landjes
  • Christenen en Joden konden hun eigen geloof houden omdat ze ook in één god geloofden 
  • Ze moesten wel een speciale belasting betalen. 

Slide 25 - Diapositive

Kalief Harun al-Rashid (5)
Hoogtepunt van de Arabische cultuur



Slide 26 - Diapositive

Leren van elkaar (5)
  • Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis. 
  • Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
  • Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
  • Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.

Slide 27 - Diapositive

Leervragen hoofdstuk 6 
  1. - Noem verbeteringen van Karel de Grote op het gebied van rechtspraak, bestuur, handel en wetenschap. 
  2. - Wat gebeurde er na zijn dood met het rijk van Karel de Grote? 
  3. - Wie waren de Noormannen? 
  4. - Waarom kwam er rond het jaar 1000 een einde aan de strooptochten van de Noormannen?
  5.  - Hoe zorgde het leenstelsel ervoor dat het bestuur van Europa steeds chaotischer werd? 
  6. - Hoe zagen de eerste kastelen eruit? 
  7. - Hoe zagen de kastelen van de latere middeleeuwen eruit

Slide 28 - Diapositive

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 29 - Question de remorquage

Wat is de hedsjra?
A
de vlucht van Mohammed uit Mekka
B
De geboorte van de profeet Mohammed
C
het begin van de islamitische jaartelling
D
de heilige oorlog

Slide 30 - Quiz

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 31 - Question de remorquage