les 3: Wortelformule en omgekeerd evenredig
1. Welk getal of welke getallen kun je niet voor a invullen?
A
0
B
-2
C
-1
D
4
1 / 10
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
1. Welk getal of welke getallen kun je niet voor a invullen?
A
0
B
-2
C
-1
D
4
Slide 1 - Quiz
2. Wat is het kleinste getal dat je voor a kunt invullen?
A
-100
B
1
C
0
D
0,0001
Slide 2 - Quiz
3. Wat is het kleinste getal dat je voor a kunt invullen?
A
0
B
-2
C
4
D
2
Slide 3 - Quiz
4. Wat is het kleinste getal dat je voor a kunt invullen?
A
-3
B
3
C
0
D
-1
Slide 4 - Quiz
5.
Maak een foto van opdracht T5b en c en upload die foto hier! Zorg dat het een duidelijke foto is.
Maak een foto van opdracht T5b en c en upload die foto hier! Zorg dat het een duidelijke foto is.
Slide 5 - Question ouverte
6.
Welke grafiek hoort bij welke formule?
Sleep de juister grafieknummer naar de juiste formule
grafiek 2
grafiek 1
grafiek 3
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Question ouverte
8.
Gegeven is de formule a x b = 18
Bereken b als a = 4,5.
Typ de volledige berekening in.
Gegeven is de formule a x b = 18
Bereken b als a = 4,5.
Typ de volledige berekening in.
Slide 8 - Question ouverte
9. Welk getal moet er op de puntjes staan?
Slide 9 - Question ouverte
10. Is de grafiek van x=-2,5 een stijgende, dalende, verticale of horizontale lijn?
A
Stijgend
B
Dalend
C
Verticaal
D
Horizontaal
