12.2 Vergelijkingen 1C (9-6-2021)

H12 Vergelijkingen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H12 Vergelijkingen

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
* Spullen mee?

* Thuisoefeningen gemaakt?

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
* Letterformules vergelijken
* Thuisoefeningen nakijken
* Werken in de les
* Thuisoefeningen 

Slide 3 - Diapositive

formules vergelijken
a x 4 + 2 = b                            c x 3 + 5 = d                e x 2 + 1 = e
2 + a x 4 = b                            c + 5 x 3 = d                                       

Slide 4 - Diapositive

Samen: opgave 9
a. 15 + a x 8 = b
€15,- zit al in de pot. aantal weken keer €8,- (erbij). Dan krijg je het (gespaarde) bedrag. 

b. 7 x €8,- per week. 



c. 15 + 7 x 8 = 
15 + 56 = 71.
Na 7 weken heeft Maaike €71,-. 

d. 


Slide 5 - Diapositive

Thuisoefening
Maak opgaven 1, 3, O4, 5, 6 en O7 op blz. 160, 161, 162 en 163.

Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 1, 5, 6, 7, U1 en U2 op blz. 160, 161, 162 en 163.  

Slide 6 - Diapositive

Opgave 1
a. 


Bij 11 bakjes is de winst voor Evert €16,50. 



Opgave 1
b. Aantal bakjes x 1,50 = bedrag
3 x 1,50 = 4,50
15 x 1,50 = 22,50
20 x 1,50 = 30

Slide 7 - Diapositive

Opgave 3
Opgave O4
a. 6 x 0,50 + 5 =
3 + 5 = 8. Ze krijgt van haar vader €8,-.

b. 

Slide 8 - Diapositive

Opgave O4
c. aantal rondjes x 0,50 + 6 = bedrag.

d. 32 x 0,50 + 6 = 
16 + 6 = 22. Dorien krijgt €22,-.
Opgave 5
a. aantal rondjes x 0,75 + 3 = bedrag
10 x 0,75 + 3 = bedrag
7,50 + 3 = 10,50.

b.

Slide 9 - Diapositive

Opgave 5
c. 

Bij 15 rondjes krijgt ze €14,25.

d. Voor elk rondje krijgt ze €0,75.
Opgave 5
e. Joke krijgt 1 keer €3,- voor de sponsorloop.

Slide 10 - Diapositive

Opgave 6
a. a betekent aantal en b betekent bedrag.

b. a x 0,75 + 3 = b
26 x 0,75 + 3 = b
19,50 + 3 = 22,50.

Opgave 6
a x 0,75 + 3 = b
14 x 0,75 + 3 = b
10,50 + 3 = 13,50.

c. Bij b is het bedrag berekend voor het lopen van 26 of 14 rondjes.

Slide 11 - Diapositive

Opgave 6
d. de formule is a x 1,50 = b. 
Opgave 7
a. t x 2,5 = h

b. 


c. 3 x 2,5 = 7,5. Na 3 minuten staat het water 7,5 cm hoog. 

Slide 12 - Diapositive

Opgave 7
d. 


e. Een stapgrootte van 2 of 2,5 cm is handig. 
Opgave 7
f. 

Slide 13 - Diapositive

Opgave O7
a. a x 0,70 + 3 = b

b. 

c. 
Opgave O7
d. 

Slide 14 - Diapositive

Opgave U1
Als er €15,- is en het abonnement kost al €5,-, dan blijft er 15 - 5 = €10,- over voor smsjes. 1 smsje kost €0,09. Dan kunnen er 10 : 0,09 = 111,111... dus 111 smsjes gestuurd worden. 
Opgave U2
a. 


 

Slide 15 - Diapositive

Opgave U2
b. 
Opgave U2
c. Uit de grafiek is af te lezen dat er ongeveer 4,5 dagen gewerkt is. als je 4,5 invult in de grafiek, klopt dit ook. 

4,5 x 80 + 250 = 610.

Slide 16 - Diapositive

Oefenen!
Maak opgaven 8, 10, 11, 12, O13 en 14 op blz. 164, 165, 166 en 167.

Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 10, 11, 12, 13, U3 en U4 op blz. 164, 165, 166 en 167.  

Slide 17 - Diapositive

Thuisoefening
Maak opgaven 8, 10, 11, 12, O13 en 14 op blz. 164, 165, 166 en 167.



Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 10, 11, 12, 13, U3 en U4 op blz. 164, 165, 166 en 167.  

Slide 18 - Diapositive