Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H12 Vergelijkingen
Slide 1 - Diapositive
Herhaling
* Spullen mee?
* Thuisoefeningen gemaakt?
Slide 2 - Diapositive
Lesprogramma
* Letterformules vergelijken * Thuisoefeningen nakijken * Werken in de les * Thuisoefeningen
Slide 3 - Diapositive
formules vergelijken
a x 4 + 2 = b c x 3 + 5 = d e x 2 + 1 = e
2 + a x 4 = b c + 5 x 3 = d
Slide 4 - Diapositive
Samen: opgave 9
a. 15 + a x 8 = b
€15,- zit al in de pot. aantal weken keer €8,- (erbij). Dan krijg je het (gespaarde) bedrag.
b. 7 x €8,- per week.
c. 15 + 7 x 8 =
15 + 56 = 71.
Na 7 weken heeft Maaike €71,-.
d.
Slide 5 - Diapositive
Thuisoefening
Maak opgaven 1, 3, O4, 5, 6 en O7 op blz. 160, 161, 162 en 163.
Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 1, 5, 6, 7, U1 en U2 op blz. 160, 161, 162 en 163.
Slide 6 - Diapositive
Opgave 1
a.
Bij 11 bakjes is de winst voor Evert €16,50.
Opgave 1
b. Aantal bakjes x 1,50 = bedrag
3 x 1,50 = 4,50
15 x 1,50 = 22,50
20 x 1,50 = 30
Slide 7 - Diapositive
Opgave 3
Opgave O4
a. 6 x 0,50 + 5 =
3 + 5 = 8. Ze krijgt van haar vader €8,-.
b.
Slide 8 - Diapositive
Opgave O4
c. aantal rondjes x 0,50 + 6 = bedrag.
d. 32 x 0,50 + 6 =
16 + 6 = 22. Dorien krijgt €22,-.
Opgave 5
a. aantal rondjes x 0,75 + 3 = bedrag
10 x 0,75 + 3 = bedrag
7,50 + 3 = 10,50.
b.
Slide 9 - Diapositive
Opgave 5
c.
Bij 15 rondjes krijgt ze €14,25.
d. Voor elk rondje krijgt ze €0,75.
Opgave 5
e. Joke krijgt 1 keer €3,- voor de sponsorloop.
Slide 10 - Diapositive
Opgave 6
a. a betekent aantal en b betekent bedrag.
b. a x 0,75 + 3 = b
26 x 0,75 + 3 = b
19,50 + 3 = 22,50.
Opgave 6
a x 0,75 + 3 = b
14 x 0,75 + 3 = b
10,50 + 3 = 13,50.
c. Bij b is het bedrag berekend voor het lopen van 26 of 14 rondjes.
Slide 11 - Diapositive
Opgave 6
d. de formule is a x 1,50 = b.
Opgave 7
a. t x 2,5 = h
b.
c. 3 x 2,5 = 7,5. Na 3 minuten staat het water 7,5 cm hoog.
Slide 12 - Diapositive
Opgave 7
d.
e. Een stapgrootte van 2 of 2,5 cm is handig.
Opgave 7
f.
Slide 13 - Diapositive
Opgave O7
a. a x 0,70 + 3 = b
b.
c.
Opgave O7
d.
Slide 14 - Diapositive
Opgave U1
Als er €15,- is en het abonnement kost al €5,-, dan blijft er 15 - 5 = €10,- over voor smsjes. 1 smsje kost €0,09. Dan kunnen er 10 : 0,09 = 111,111... dus 111 smsjes gestuurd worden.
Opgave U2
a.
Slide 15 - Diapositive
Opgave U2
b.
Opgave U2
c. Uit de grafiek is af te lezen dat er ongeveer 4,5 dagen gewerkt is. als je 4,5 invult in de grafiek, klopt dit ook.
4,5 x 80 + 250 = 610.
Slide 16 - Diapositive
Oefenen!
Maak opgaven 8, 10, 11, 12, O13 en 14 op blz. 164, 165, 166 en 167.
Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 10, 11, 12, 13, U3 en U4 op blz. 164, 165, 166 en 167.
Slide 17 - Diapositive
Thuisoefening
Maak opgaven 8, 10, 11, 12, O13 en 14 op blz. 164, 165, 166 en 167.
Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 10, 11, 12, 13, U3 en U4 op blz. 164, 165, 166 en 167.