1.1 Rekenen met geld

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3,4

Welkom! jij+binnen = beginnen

Dit leg ik op tafel:

Boek     --> open

Map      --> open

Etui --> pen/potlood en rekenmachine. 

Gelukt? 

Dan begin ik zachtjes met het maken van opgave 1! 

Regels

Als ik praat ben jij stil

Als je wat wil vragen steek je je vinger op

Elke les werk je minimaal 10 minuten zelfstandig

Je maakt je huiswerk

Je hebt elke les al je spullen mee

Binnen = beginnen!

Planning

Start les 5 min

Uitleg/ samen oefenen 20 min

Werken 20 min --> opgesplitst in delen

Les afronden 5 min (herhaling)

Wat gaan wij leren vandaag?

A: Hoe je afrond op twee decimalen 

Hoe je afrond bij contante betalingen 

B: Hoe je prijzen met elkaar kunt vergelijken

Hoe moet ik afronden?

Maak in je groepje

Samen 

Rob koopt 2,86 kg appels van €1,33 per kilo. Hoeveel moet hij betalen?

Samen 

Evelien koopt 4,14 kg druiven van €0,88 per kilo. Hoeveel moet zij betalen?

Alleen

Dimitri koopt 3 broden van €1,97 per brood. Hoeveel moet hij betalen met de pin? en hoeveel contant?

Bedrag delen door aantal

We gaan aan de slag!

Doelen vandaag:

Les 1: 1.1 Rekenen met geld

Les 2: Rekenen met tijd

Zelfstandig tot:                            Samen tot:

Kunnen wij het nu?

Sione weeg 2,632 kg sinaasappels af. 1kg sinaasappels kost €1,42. Sione pint het bedrag.

Hoeveel moet zij betalen?