H2 havo 3 H3A 6 dec 2021

      Chapitre 2
Hors de prix
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

      Chapitre 2
Hors de prix

Slide 1 - Diapositive

Sur la table....
* TES LIVRES: Livre de textes et livre d'exercice A

* TON CAHIER
* TA TROUSSE

*TON ORDINATEUR

Slide 2 - Diapositive

Planning d'aujourd'hui
* Parler français         : zie digibord en LessonUp
* Quelques questions : LessonUp
* Grammatica C         : page 24  nakijken / herhalen en oefenen

Let op! So staat gepland voor dinsdag 14 december

Livre de textes          : page 24
Livre d'exercices       : page 56

  




Slide 3 - Diapositive

Résumé
L'argent: mon petit budget!
Alsace
L'argent de poche
meewerkend voorwerp
le verbe: venir
décrire un object / couleur
le passé composé


Slide 4 - Diapositive

Prends ton ordinateur!
Cherche LessonUp!

Slide 5 - Diapositive

Prends tes livres!
Livre de textes:
page  24

Livre d'exercices A
page 56





Slide 6 - Diapositive

Parler français!

Slide 7 - Diapositive

Parler français
Hoe vraag je:
* Krijg je zakgeld?       
* Wat doe je met je zakgeld?       * Spaar je?

Hoe zeg je:
* Mijn ouders geven mij ....   / ik krijg .....
* Ik koop .....
* Ja, ik spaar voor .....   / Nee, ik spaar niet.....

Slide 8 - Diapositive

Tu reçois de l'argent de poche?
Oui, mes parents me donnent 20 euros par mois!


Slide 9 - Diapositive

Que fais-tu de ton argent (de poche)?
J'achète surtout des jeux vidéo.

Slide 10 - Diapositive

Tu fais des économies?
Oui, je fais des économies pour une tablette.

Slide 11 - Diapositive

Qu'est-ce que tu as achté recemment?
Je viens d'acheter un nouveau vtt.

Slide 12 - Diapositive

Ça a coûté combien?
Ça a coûté 175 euros.
C'est cher!

Slide 13 - Diapositive

Schrijf alle vormen van het meewerkend voorwerp in het Frans

Slide 14 - Carte mentale

Welke 7 Franse werkwoorden krijgen vaak het voorzetsel: à

Slide 15 - Carte mentale

In welke zin staat een meewerkend voorwerp?
A
Le prof va leur parler.
B
Le prof va nous parler.

Slide 16 - Quiz

In welke zin staat een meewerkend voorwerp?
A
Je ne téléphone pas.
B
Je vous téléphone.

Slide 17 - Quiz

Vertaal de volgende zin in het Frans:
Ik bel haar.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin in het Frans:
Ik ga haar bellen.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin in het Frans:
Ik heb haar gebeld.

Slide 20 - Question ouverte

Prends tes livres!
Livre de textes:
page  24

Livre d'exercices A
page 56





Slide 21 - Diapositive

Au travail
Wat          : Maak opdracht C van blz. 56 wb  (zie blz. 24 tekstboek)
Hoe          : Maak opdrachten 13 b c d e  en 14 a b c d e en 15
Wie          :  Samen met docent het begin dan zs
Tijd           :  20 minuten
Resultaat : Samen bespreken.


Slide 22 - Diapositive

Les devoirs:
Leren grammatica C 
Maken C: 13 b c d e en 14 a b c d e en 15

Slide 23 - Diapositive

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 24 - Diapositive

Un hobby!
Combien ça coûte?
Est-ce que c'est cher, un hobby?

Faire du shopping
Faire du sport
Faire de la photografie
Faire de la musique
Faire de la danse


Slide 25 - Diapositive