Barrieremodel

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5,6

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats in het systeemmodel 

Uitvoer

invoer 

Omzetfase

Ouders van leerlingen uit de vijfde klas zijn kwaad. De school vraagt ze een laptop of iPad aan te schaffen om op school te kunnen werken. Belachelijk! Dat vindt ook meneer Smit, maar dat heeft een andere reden waar hij de volgende slide op terugkomt. Even een cliffhanger tussendoor. Maar daar gaat het hier niet om. Bij welke fase uit het systeemmodel hoort het klagen van ouders over de kostprijs van leermiddelen van hun leerlingen?

1. Invoer
2. Omzetting
3. Uitvoer
4. Feedback

Dan de mening van meneer Smit, die er zoals jullie weten ál-tijd toe doet. Hij heeft vooroordelen over leerlingen die op hun laptop werken (hij noemt geen namen). Ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs hebben hier maling aan, zoals ze ook al hadden toen hij ging studeren en zij doodleuk een leenstelsel invoerden waardoor hij nu met een torenhoge schuld en een lullig baantje als docent maatschappijwetenschappen opgescheept zit. Zij overwegen een subsidie die scholen kunnen aanvragen om laptops en iPads aan te schaffen. Ze gebruiken hierbij het advies van de VO-Raad. Dan nu de vraag: welke politieke actoren zijn bij dit voorbeeld betrokken?

Er wordt niet alleen advies ingewonnen van de VO-raad, ook de SLO en CITO mogen onderzoek doen met overheidsgeld om een advies uit te brengen aan ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs. Zij krijgen wel gratis geld van de overheid. Ik suggereer niets, uiteraard. Welke subfase uit de fase "omzetting" past hierbij?

1. Politieke agendavorming
2. Beleidsvoorbereiding
3. Beleidsbepaling
4. Invoer

Natuurlijk staat meneer Smit er niet alleen voor. In de wandelgangen slaagt hij erin de boel op te stoken en collega's te overtuigen van zijn gelijk. Gek dat dat nodig is, hoor ik jullie denken, want een ieder ziet toch in hoe oneerlijk het is dat de ontwikkeling van middelbare scholieren door een mediahype van Maurice de Hond in een vlaag van verstandsverbijstering vakkundig de nek om wordt gedraaid? Meneer Smit bedenkt een complot dat suggereert dat laptops en iPads niet bij de opvattingen, normen en waarden passen die "we" hebben over onderwijs. Zijn collega's slikken zijn verhalen over de schoolleiding als "corrupte elite" als zoete koek. Ze willen net als hij het kapitalisme omverwerpen, maar dat is iets te ambitieus, dus voor nu beperken ze zich tot demonstraties tegen een mogelijke nieuwe wet. Welke omgevingsfactor weet meneer Smit naar zijn hand te zetten?

1. Demografisch
2. Ecologisch
3. Economisch
4. Cultureel

Barriere 1: (h)erkennen van het probleem

Barriere 2: afwegen

Barriere 3: besluitvorming

Barriere 4: uitvoering

In de Tweede Kamer vindt een debat plaats over discriminatie op de arbeidsmarkt. De politieke partij BIJ1 dient een motie in waarin de minister van Economische Zaken hier meer aan moet doen. Een meerderheid van de kamerleden is voor.

De minister komt met een voorstel om geld vrij te maken voor anoniem solliciteren. Een meerderheid is voor.

Bij verschillende overheden (gemeentes en ministeries) wordt gewerkt met een nieuw systeem, waarin mensen solliciteren zonder dat hun naam bekend is.  

Op de Dam vindt een grote demonstratie plaats tegen discriminatie in Nederland. In het Algemeen Dagblad verschijnt een artikel over discriminatie op de arbeidsmarkt.

In het AD verschijnt een artikel over discriminatie op de arbeidsmarkt, waaruit blijkt dat mensen die op een laptop werken in de klas van meneer Smit minder vaak worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

Heeft AD in dit voorbeeld hindermacht of realisatiemacht?

1. Hindermacht
2. Realisatiemacht

Een meerderheid in de Tweede Kamer (VVD, PVV, BBB, NSC) stemt tegen een motie in waarin de minister van Economische Zaken meer moet doen aan discriminatie op de arbeidsmarkt, en dan in het specifiek door het gedrag en de vooroordelen van meneer Smit af te keuren.

Hebben VVD, PVV, BBB, en NSC hier hindermacht of realisatiemacht?

1. Hindermacht
2. Realisatiemacht