H5 NN 1-KGT Woordenschat Onbekende woorden Woorddeel zoeken

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Je leert bekende woorddelen van onbekende woorden vinden.

Slide 2 - Diapositive

woorddeel
Wat is een woorddeel?
Vb. spinnenweb
Dit woord bestaat uit 2 delen: spinnen én web

Slide 3 - Diapositive

onbekend woord
Als je de betekenis van een woord in een tekst niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord.

Er bestaat 3 soorten woorddelen.

Slide 4 - Diapositive

vormen van woorddelen
1. samengestelde woorden: 
Woorden die zijn samengesteld, bestaan uit 2 of meer woorden. Bijvoorbeeld: prijsverhoging
Je kent het woord prijs en het woord verhoging
Prijsverhoging betekent dus dat de prijs omhooggaat.

Slide 5 - Diapositive

vormen van woorddelen
2. woorden met een voorvoegsel: 
Soms ontrafel je een lastig woord, omdat je het voorvoegsel herkent. Vb. onverkoopbaar
on- = niet, zonder. Dus onverkoopbaar betekent niet verkoopbaar. 

Slide 6 - Diapositive

vormen van woorddelen
nog meer voorvoegsels: 
on- = niet, zonder 
her- = opnieuw, nog een keer

Zo kennen we ook nog ex- oud- anti- ...

Slide 7 - Diapositive

vormen van woorddelen
3. woorden met een achtervoegsel: 
Soms ontrafel je een lastig woord, omdat je het achtervoegsel herkent. Vb. smakeloos
-loos = zonder. Dus smakeloos betekent zonder smaak. 

Slide 8 - Diapositive

vormen van woorddelen
 nog meer achtervoegsels: 
-vol = met veel (bijv. smaakvol) 

Zo kennen we ook nog -lijk -heid -ig -achtig -schap ...

Slide 9 - Diapositive

Woordraadstrategie woorddeel zoeken
Kort samengevat:
Er zijn verschillende manieren om een onbekend woord in een tekst in zijn betekenis te achterhalen. Een van die manieren is het zoeken van een bekend woorddeel in het onbekende woord.

Slide 10 - Diapositive

Wat is een bekend woorddeel?
A
Dat je het hele woord kent.
B
Je hebt het woord al eens ergens gezien.
C
Een deel van het woord dat je al kent.
D
Een woord wat je niet kent.

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN bekend woorddeel?
A
on-
B
-loos
C
her-
D
onze

Slide 12 - Quiz

Hoe zoek je naar een bekend woorddeel?
A
kijken naar samengestelde woorden en voorvoegsels
B
kijken naar voorvoegsels en achtervoegsels
C
kijken naar samengestelde woorden en achtervoegsels
D
Kijken naar samengestelde woorden, voorvoegsels en achtervoegsels

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN bekend woorddeel?
A
maxi-
B
mimi-
C
hij
D
inter-

Slide 14 - Quiz

Wat betekent het woorddeel?
De betekenis van het voorvoegsel: on-

A
wel of met
B
niet of nooit
C
met of meteen
D
niet of zonder

Slide 15 - Quiz

Bij die zaak kun je trouwjurken, trouwpakken en trouwaccessoires kopen.
Hoeveel woorden in deze zin zou je kunnen ontrafelen in zijn betekenis via 'het zoeken naar een bekend woorddeel'?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Vertel wat de woordraadstrategie 'een bekend woorddeel zoeken' betekent.

Slide 17 - Question ouverte

Gebruik de woordraadstrategie 'zoek een bekend woorddeel'.
Wat betekent het woord ONBETAALD?

Slide 18 - Question ouverte

De regisseur van de schooltheatergroep roept acteurs op om auditie te komen doen.
Wat zou het samengestelde woord 'schooltheatergroep' betekenen?

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekenen de woorden 'volwassenenliteratuur' en 'jeugdliteratuur'?
"Leest je zus uit vwo 4 eigenlijk liever volwassenenliteratuur of jeugdliteratuur?"

Slide 20 - Question ouverte

Gebruik de woordraadstrategie 'zoek een bekend woorddeel'.
Wat betekent het woord DRAADLOOS?

Slide 21 - Question ouverte

Maken in het lesboek
Blz. 128-131
Maak eerst de startopdracht.
Maak daarna opdracht 1-2-3-4-5-6-7-8
Snel klaar? Maak dan nog opdracht 9 in tweetallen

Slide 22 - Diapositive

Leren voor de toets
- Je kan de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een bekend woorddeel.
- Je kan de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. Woordenlijst H5 behandelen we in een aparte LessonUp.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive