BS 3 - Variatie in genotypen

Welkom in de les

Fijn dat je er bent!
spullen op tafel
telefoon van tafel
tas op de grond
Aandacht voor de docent
paragraaf: 3
tekstboek: blz. 
werkboek: blz.
(gastheer)
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les

Fijn dat je er bent!
spullen op tafel
telefoon van tafel
tas op de grond
Aandacht voor de docent
paragraaf: 3
tekstboek: blz. 
werkboek: blz.
(gastheer)

Slide 1 - Diapositive

Basisstof 3
Variatie in genotypen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen BS 3

Aan het einde van deze les weet je:

  • Hoe het kan dat op 2 chromosomen 1 paar verschillende genen variaties kunnen liggen.
  • Wat geslachtelijke voortplanting is.
  • Dat de geslachtelijke voortplanting voor nakomelingen zorgt die heel verschillend zijn van elkaar.
  • Wat ongeslachtelijke voortplanting inhoudt voor de nakomelingen.
  • Hoe mutaties en kanker kunnen ontstaan.


Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen 
vandaag?
Uitleg van basisstof 3
Maak aantekening

Checkvragen
Om te kijken of je het snapt. 

Individueel:
maken opdrachten:
(presentator)

Slide 4 - Diapositive

Gelijke en 
ongelijke genen

Slide 5 - Diapositive

DNA-verwantschapstest
1 gen komt van de moeder
1 gen komt van de vader




Ongelijke genenparen zijn dus te herleiden;

Slide 6 - Diapositive

Als een nieuw organisme ontstaat doordat twee geslachtscellen versmelten, is sprake van geslachtelijke voortplanting.

Slide 7 - Diapositive

Variatie in genotype

Slide 8 - Diapositive

Hoe krijg je variatie in genotype
A
Celdeling
B
Evolutie
C
Geslachtelijke voorplanting
D
Natuurlijke selectie

Slide 9 - Quiz

Door veel variatie in genotypen zijn er ook meer verschillende fenotypen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Variatie in genotypen
Wat is waar?
A
Ontstaan door verandering in het fenotype
B
Ontstaan in de nakomelingen door geslachtelijke voortplanting

Slide 11 - Quiz

Mutaties
Mutatie = een plotselinge verandering in het genotype. 

Door celdeling kan het DNA beschadigd raken.
Een of meerdere genen kunnen veranderen (muteren)
De informatie voor een of meer erfelijke eigenschappen is dan veranderd. 

Als dit bij een organisme ook zichtbaar is in het fenotype noem je dit organisme een mutant.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Kanker
Mutatie in genen die celdeling regelen.


Slide 14 - Diapositive

Kanker
Mutatie in genen die celdeling regelen.


Slide 15 - Diapositive

Kanker
Mutatie in genen die celdeling regelen.


Slide 16 - Diapositive

Kanker
Mutatie in genen die celdeling regelen.


Slide 17 - Diapositive

Een ander woord voor kankergezwel is:

Voorbeeld van chemische schadelijke stoffen zijn sigarettenrook en asbest. Dit is een voorbeeld van:

Mensen die ziek worden door een kankergezwel
hebben:

Door mutaties en geslachtelijke voortplanting ontstaat 
in genotypen.

Tumor
Mutagene invloeden
Kanker
Variatie

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is een mutatie?
A
Verandering in je fenotype
B
Is iemand die er anders uitziet. zoals een albino
C
Een ongecontroleerde celdeling
D
een plotselinge verandering in het genotype van een cel

Slide 19 - Quiz

Huidkanker wordt veroorzaakt door een mutatie, in wat voor soort cel zit deze mutatie?
A
Lichaamscel
B
Geslachtscel

Slide 20 - Quiz

Zijn er vragen?

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag!
LEZEN
blz 15 t/m 20
MAKEN
 opdr 10 t/m 12
KLAAR?
Samenvatten of 
test jezelf

Slide 22 - Diapositive

zelfreflectie: wat heb ik geleerd?

Beschrijf in 4 zinnen wat je hebt geleerd in de les.

Slide 23 - Question ouverte