Quiz VPBV P6 zij-instroom jan 21

VPBZ 
Quiz
Herhalen voor toets
13 januari 2021
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

VPBZ 
Quiz
Herhalen voor toets
13 januari 2021

Slide 1 - Diapositive

Noem de vitale functies

Slide 2 - Carte mentale

Welke van de onderstaande waarden geeft een abnormale bloeddruk?

A
RR 120/80
B
RR 148/90
C
RR 100/ 60
D
RR 135/79

Slide 3 - Quiz

Wat voor een hartfrequentie verwacht je bij een zieke Corona patiënt?
A
Normale hartslag
B
Versnelde hartslag
C
Verlaagde hartslag
D
Onregelmatige hartslag

Slide 4 - Quiz

ausculatoire bloeddruk
palpatoire bloeddruk
Alleen de systolische druk
Zowel systolische als diastolische druk
Door te voelen aan polsslagader.
Door te luisteren naar de harttonen aan armslagader

Slide 5 - Question de remorquage

Apneu betekent
A
Ademstilstand
B
Ademberoerte
C
Slaap tekort
D
Geen slaap

Slide 6 - Quiz

3. Een verhoogde hartslag noemen we ook wel:
A
bradycardie
B
tachycardie
C
hypotensie
D
ventrikelfibrilleren

Slide 7 - Quiz

Trillende oogleden in de droomslaap, noem je ook wel....
A
Vaste slaap
B
Bewegingsslaap
C
Diepe slaap
D
Remslaap

Slide 8 - Quiz

35 of lager
36,5 tot 37,5
38-41 graden
37,5-38 graden
verhoging
koorts
normaal
ondertemperatuur

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is géén indicatie voor het toepassen van warmte?
A
Verminderen van pijn of stijfheid
B
vermindering menstruatiekrampen
C
koorts
D
onderkoeling

Slide 10 - Quiz

Welke risicogroepen zijn er bij het toepassen van warmte- of koude behandelingen?
A
zorgvragers die in coma of bewusteloos zijn
B
zorgvragers met dementie of verstandelijke handicap
C
zorgvragers met een verlamming
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quiz

Een wilsbekwame patiënt weigert reanimatie middels een schriftelijke wilsverklaring. Mag je toch reanimeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Wat doe je bij verstikking?
A
Rautekgreep
B
Stabiele zijligging
C
reanimatie
D
heimlich greep

Slide 13 - Quiz

Waarop ligt de nadruk bij reanimatie?

A
Beademen
B
Borstcompressies
C
Bewustzijn controleren
D
Bloedsomloop controleren

Slide 14 - Quiz

w
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Geef tips voor een goed slaapritme

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent TIME?
A
Tissue, Incontinent, Maatregelen, Evaluatie
B
Tissue, Inflammatoire, Moisture, Edge
C
Tinnitis, Irritatie, Morbide, Equavilent
D
Ter Inzage Model Evacuatie

Slide 17 - Quiz

Wat doe je bij verstuiking?
A
Verwarmen en snelverband
B
Koelen en drukverband
C
Niets, bewegen op geleide van de pijn
D
Koelen en een kleefverband

Slide 18 - Quiz

Een negatieve vochtbalans ontstaat als de opname hoger is dan de uitscheiding
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat is het meest belangrijkste verpleegkundig aandachtspunt bij hartfalen
A
Vochtbalans
B
Lage bloeddruk
C
Stress
D
Cholesterol

Slide 20 - Quiz

Waar kan je de hartslag meten?

Slide 21 - Question ouverte

wie is dit?

Slide 22 - Question ouverte

Wat heeft Scipione Riva-Rocci voor de medische wetenschap betekent?
A
Ontdekte, per toeval, anti-biotica
B
Voerde hygiëne maatregelen in
C
Voorvechter voor pijnbestrijding bij operaties
D
Ontdekt hoe bloeddruk gemeten

Slide 23 - Quiz

wat is een Cheyne-stokes-ademhaling
A
Onregelmatige ademhaling met pauzes
B
Oppervlakkige en trage ademhaling
C
Diepe en snelle ademhaling
D
Een reutelende ademhaling

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Welke ademhaling zag je?
A
apnoe
B
gaspen
C
kussmaul ademhaling
D
dyspnoe

Slide 26 - Quiz

Wat is dit?
A
supra-pubische katheter
B
intermitterende katheter
C
trans-uretrale katheter
D
verblijfskatheter

Slide 27 - Quiz

welke katheter gebruik je wanneer je ook eenmalig moet blaasspoelen?
A
eenmalige katheter
B
driewegkatheter
C
dubbelloopskatheter
D
verblijfskatheter

Slide 28 - Quiz

Wat voor soort katheter zou dit zijn?
A
Condoomkatheter
B
Verblijfskatheter
C
Suprapubische katheter

Slide 29 - Quiz

welke katheter gebruik je wanneer je continu moet blaasspoelen?
A
eenmalige katheter
B
driewegkatheter
C
dubbelloopskatheter
D
suprapubische spoelkatheter

Slide 30 - Quiz

Bonusvraag: los de rebus op :-)

Slide 31 - Diapositive