Straattaal open lesdag

STRAATTAAL
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

STRAATTAAL

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
  • Lesdoel
  • Achtergrond en het ontstaan
  • Kennis testen
  • Opdracht maken 
  • Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
  • Je weet wat de Nederlandse taal en straattaal met elkaar te maken hebben
  • Je weet waarom straattaal gebruikt wordt
  • Je vergroot je kennis over straattaal  

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Achtergrond
Straattaal, een vorm van jongerentaal, is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen.  
Straattaal is aan het eind van de 20e eeuw ontstaan op plaatsen waar veel jongeren met elkaar optrokken.

Straattaal is dus een zelfgemaakte taal vol afkortingen in sms- en apptaal, schunnige woorden uit de hiphop en leentermen uit het Marokkaans, Turks, Engels en Surinaams. In Nederland is de basistaal Nederlands. Er wordt bij straattaal gespeeld met lidwoorden, toon, tempo en volume. 


Slide 7 - Diapositive

Waarom spreken jongeren straattaal?
  • Het is een codetaal     
  • Het zorgt voor verbondenheid,                                                       maar kan ook mensen uitsluiten
  • Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort 
  • Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels -> heeft een hoog 'do it yourself' gehalte

Slide 8 - Diapositive

Hoe komt het dat veel jongeren naast de Nederlandse taal straattaal spreken?
A
Het wordt gebruikt in songteksten en dat wordt overgenomen.
B
Jongeren willen graag bij een bepaalde groep horen en trekken veel met elkaar op.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.
D
Het is een bestaande taal die speciaal bedacht ik voor de jongeren van de straat.

Slide 9 - Quiz

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
Eind 20e eeuw
B
Eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Uit welke taal komt het woord 'Doekoe' ?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 12 - Quiz

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 13 - Quiz

Wat betekent fissa?
A
vis
B
feest
C
vies
D
fles

Slide 14 - Quiz

Wat betekent brokko?
A
Breuk
B
Hondenbrokken
C
Stuk
D
Lelijk

Slide 15 - Quiz

Wat betekent korroe?
A
Korrels
B
aardig
C
vreemd
D
lelijk

Slide 16 - Quiz

Wat betekent doekoe?

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent gappie?

Slide 18 - Question ouverte

Wat betekent wollah?

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent tiffie?

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent waggie

Slide 21 - Question ouverte