Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Regels voor voetgangers
Wanneer ben je een voetganger (herhaling)
Waar loop je? (herhaling)
Oversteken
Oversteken bij een zebrapad
Oversteken bij voetgangslichten
Slide 1 - Diapositive
Wanneer ben je een voetganger?
Slide 2 - Diapositive
Waar lopen loes en Emma?
A
Ze lopen op de rijbaan
B
Ze lopen op de straat
C
Ze lopen op een pad dat gesloten is voor voetgangers
D
Ze lopen op een voetpad
Slide 3 - Quiz
Loes en Emma willen linksafslaan. Mag dat?
A
Nee, dat pad is gesloten voor voetgangers
B
Ja. op dat pad mogen voetgangers lopen
C
Dat kun je niet weten
Slide 4 - Quiz
lopen met de fiets
Slide 5 - Diapositive
Mies loopt met haar fiets aan de hand. Mag dat?
A
Mies mag zelf weten waar ze loopt
B
Nee, met een fiets moet je op straat.
C
Ja, met de fiets aan de hand ben je voetganger
Slide 6 - Quiz
Renske fietst naar de sporthal. Ze komt bij een zebrapad en wil daar de straat oversteken. Ze fietst het zebrapad over. Mag dit?
A
Ja, het zebrapad is voor iederen die wil oversteken
B
ja, als je rustig fietst, mag je bij het zebrapad oversteken
C
nee, het zebrapad is alleen voor voetgangers
Slide 7 - Quiz
Oversteken
Slide 8 - Diapositive
Moet de auto voor Pim stoppen?
A
Ja, bij een zebrapad moeten auto's en fietsers stoppen
B
nee, de auto mag doorrijden
C
dat kun je niet weten
Slide 9 - Quiz
Als je bij een zebrapad oversteekt, mag jij voor. Het andere verkeer moet dan stoppen.
Waar moet je bij het oversteken wel goed op letten?
A
Dat je zo rustig mogelijk kunt oversteken
B
Of het verkeer ook echt voor je stopt
C
Dat je zo snel mogelijk oversteekt
Slide 10 - Quiz
Joan en dexter staan tussen geparkeerde auto's. Ze willen daar oversteken.
Is dat veilig?
A
Dat kun je niet weten
B
ja
C
nee
Slide 11 - Quiz
Wat hoort niet bij veilig oversteken
A
Steek zo snel mogelijk over
B
stop bij de stoeprand
C
kijk naar links, kijk naar rechts en dan weer naar links
D
steek recht over
Slide 12 - Quiz
zebrapad
Slide 13 - Diapositive
Bekijk de afbeelding. Bij de rotonde kunnen voetgangers oversteken bij het zebrapad. Moeten auto's stoppen als voetgangers hier oversteken
A
Ja, bij een zebrapad moet je altijd stoppen
B
Nee, bij deze rotonde hebben auto's voorrang
Slide 14 - Quiz
Waaraan kunnen auto's bij deze rotonde nog meer zien dat ze voorrang moeten verlenen?
A
Aan de haaientanden op het wegdek
B
Aan het verkeersbord
C
aan het verkeerslicht
D
dat kun je niet weten
Slide 15 - Quiz
Als je bij een zebrapad oversteekt, moet de tram dan stoppen?
A
Ja, alle bestuurders moeten stoppen
B
nee, bestuurders moeten stoppen, maar de tram niet
C
nee, iedereen mag stoppen, maar het hoeft niet
D
ja, zeker in Amsterdam
Slide 16 - Quiz
Je wilt gaan oversteken op een zebrapad en er komt een brandweerauto, een ambulance of een politieauto aan met blauw zwaailicht en sirene. Wat moet je doen.
A
Je loopt zo snel als je kan naar de andere kant
B
Alle bestuurders moeten stoppen, zij dus ook. Je loopt rustig door
C
Je wacht tot de auto voorbij is en kijkt goed uit of er niet nog een komt
D
Je rent snel de kant op waar de auto's naar toe gaan.
Slide 17 - Quiz
er komt zo'n auto aan met sirenes en zwaailicht en je loopt op het zebrapad, wat doe je?
A
je loopt snel door naar de overkant,
B
je rent meteen terug.
C
je blijft stil staan.
D
hangt er vanaf waar je bent. Je loopt snel door, tenzij je nog vlak bij de stoep bent, dan loop je terug
Slide 18 - Quiz
Oversteekplaats zonder witte strepen
Slide 19 - Diapositive
Je wilt oversteken bij een stoplicht maar het groene licht knippert, wat kun je het beste doen?