Betoog AUB

Onderzoeken
Hoe kun je taal, cultuur en literatuur inzetten om een publiek te overtuigen en te ráken? 


1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Onderzoeken
Hoe kun je taal, cultuur en literatuur inzetten om een publiek te overtuigen en te ráken? 


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

#Me
Mevrouw Van de Wetering
-> twee kinderen
-> ben in de vakanties in Frankrijk
-> te bereiken via Teams, maar niet om 1 uur 's nachts!
-> oud-journalist en nog steeds gek op kranten, boeken, media, taal, gekke woorden en leuke taalfouten
-> ik kan 6 talen lezen ;)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

#You
Noteer op een geeltje een feitje over jou.

Bijvoorbeeld iets wat je goed kan en waar je wat aan hebt bij Nederlands.
Of over een taal die je heel goed spreekt en het mooiste woord uit die taal.

Vergeet je naam niet!

Ik neem de kaartjes in en we gaan raden welk geeltje bij wie past.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning dit jaar!
PW5 Gedocumenteerd betoog
PW5 Literatuuropdracht (vragen bij historische en moderne gedichten)
PW6 Beschouwing (gedocumenteerd)
PW6 Literatuur
SE1 Moderne literatuur (mondeling)
SE1 Secundaire literatuur 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning vandaag
Kennismaken
Uitleg periode 1
Herhaling overtuigen /betoog/argumentatie
AUB argumentatie

-> We werken toe naar een gedocumenteerd betoog. Vandaag focus op: wat is ook alweer een betoog + AUB-model.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderwerpen
retorica, argumenteren, selectie en beoordelen van bronnen op bruikbaarheid, lezen en formuleren. Kern:  samenvatten, bronnenonderzoek, bronvermelding en argumentatieleer (9 tm 23) en verder framing, beeldspraak, formuleren

Je leest verder een Middeleeuws werk dat je kunt gebruiken voor je gedocumenteerd betoog.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verrassende mening die je deze vakantie hebt gehoord?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

      Leerdoelen
1. Je weet wat een betoog is en kent verschillende types argumentatie
2. Je kunt een betoog analyseren en kritisch lezen
3. Je kunt een stelling en argumenten uit een betoog halen 
4. Je kunt argumenten vormen via de AUB-methode

Slide 9 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Betoog

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Argumentatie

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Betoog
  • Tekstdoel: overtuigen
  • Schrijver geeft mening (stelling/standpunt)
  • Schrijver noemt verschillende argumenten voor de stelling
  • Schrijver noemt verschillende argumenten tegen de stelling
  • De schrijver weerlegt de tegenargumenten
  • Inleiding (aandachtstrekker en standpunt), kern (argumentatie), slot (herhaling standpunt en uitsmijter)

Slide 12 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Leg uit...
argument voor
... het standpunt
tegenargument/argument tegen 
... het standpunt
weerlegging
... weerlegt het tegenargument

Slide 13 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Voorbeeld bouwplan
Titel
Alinea 1, inleiding
Standpunt, aandachtstrekker
Alinea 2,3,4
Argumenten voor
Alinea 5
Tegenargument en weerlegging
Alinea 6, slot
Samenvatting argumenten, herhaling standpunt, uitsmijter

Slide 14 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Overtuigen?


Lees het artikel op de volgende sheet.

Kun je een antwoord vinden op de volgende vraag:

Hoe moet je klimaatontkenners overtuigen dat maatregelen om de klimaatcrisis te bestrijden nodig zijn?

Slide 15 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
timer
10:00
Hulp?
Wanneer de timer gaat mag je overleggen met je buur
Klaar?
We bespreken het zo samen
Opdracht
Lees het opiniestuk 'De psychologie achter klimaatontkenning' en onderstreep het standpunt, de voorargumenten, tegenargumenten en een eventuele weerlegging. 

Slide 17 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Bouwplan klimaatontkenning
Neem over en vul in
Titel
De psychologie achter klimaatontkenning
Alinea...

Slide 18 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Wat is een weerlegging?
A
Herhaling standpunt
B
Tegen het standpunt
C
Ontkrachting van het tegenargument

Slide 19 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Wat is een
tegenargument?
A
Herhaling standpunt
B
Tegen het standpunt
C
Ontkrachting van het tegenargument

Slide 20 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
AUB-model

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Argumenten sterk maken (AUB)
Argument: met welk argument verdedig je je stelling
Uitleg: leg uit waarom je argument een verdediging is van de stelling (stap 1 bewijs!)
Bijvoorbeeld: geef een situatie om het te verduidelijken (stap 2 bewijs)
NB: voor je argumenten kun je bronnenonderzoek doen naar informatie die je kan helpen. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie probeert Lubach met dit filmpje te overtuigen?
A
Vegetariers
B
Groenlinksstemmers
C
Vleeseters
D
Politiek

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weerlegde Lubach het argument dat we geen vlees mogen eten, omdat dat zielig is voor de dieren?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was Lubach zijn hoofdargument waarom we toch minder vlees moeten eten?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ziet Lubachs AUB-model eruit voor de stelling: We moeten minder vlees eten?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord AUB-model
Argument: het is de makkelijkste oplossing tegen klimaatvervuiling.
Uitleg: de uitstoot van broeikasgassen en de water verspilling van veeteelt is belachelijk hoog.
Bijvoorbeeld: uit onderzoek bleek dat de veehouderij een grotere vervuiler is dan andere sectoren zoals luchtvaart, auto's en de kinderwens van Anouk.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Hulp?
LessonUp 
Klaar?
Hand omhoog, ik kom naar je toe
Opdracht
Verzin een voorargument én een tegenargument bij de stelling 'Vleesreclames moeten worden verboden'. Maak de argumenten volgens het AUB-model. 

Slide 30 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Argument in AUB

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie probeert Lubach met dit filmpje te overtuigen?
A
Vegetariërs
B
Groenlinksstemmers
C
Vleeseters
D
De politiek

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weerlegde Lubach het argument dat we geen vlees mogen eten, omdat dat zielig is voor de dieren?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was Lubach zijn hoofdargument waarom we toch minder vlees moeten eten?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ziet Lubachs AUB-model eruit voor de stelling: We moeten minder vlees eten?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord aub-model
Argument: het is de makkelijkste oplossing tegen             klimaatvervuiling.
Uitleg: de uitstoot van broeikasgassen en de water verspilling van veeteelt is belachelijk hoog.
Bijvoorbeeld: uit onderzoek bleek dat de veehouderij een grotere vervuiler is dan andere sectoren zoals luchtvaart, auto's en de kinderwens van Anouk.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdedig de volgende stelling met het AUB-model:
Onze veestapel moet drastisch inkrimpen

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenargument en weerlegging
  • Tegenargument: je gaat in op het standpunt van de andere partij. Je ontkracht als het ware het standpunt.
  • Weerlegging: je gaat in op het argument van de andere partij en je ontkracht het tegenargument. 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een weerlegging?
A
Een nieuw tegenargument
B
Een argument voor de stelling
C
Een aanvulling op het tegenargument
D
Het tegenspreken van een tegenargument

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iedereen vanaf 16 moet verplicht een dag
per jaar vrijwilligerswerk doen.
onderbouw met aub-model

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Lees het artikel hierna:
Wat is het standpunt, wat zijn de argumenten
Hoe wordt de argumentatie AUB gemaakt
Maak een bouwplan van de tekst

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persdatabank
www.nexisuni

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet een schrijver als hij als tekstdoel OVERTUIGEN heeft?
A
Hij legt uit en geeft vooral feiten
B
Hij probeert je een mening te geven met argumenten.
C
Hij probeert je te overtuigen iets te gaan doen.
D
Hij schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken betoog:
Het tekstdoel is overtuigen.
De schrijver geeft in de tekst zijn mening.
Je schrijft een betoog naar aanleiding van een stelling.
 De schrijver geeft argumenten voor zijn mening.
De schrijver geeft drie argumenten voor de stelling
De schrijver geeft een (of twee) tegenargument (en) en weerlegt dit (deze) bij een publiek dat het niet met je eens is

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouwplan voorbeeld
Titel
Alinea 1: aandachtstrekker en stelling
Alinea 2, 3 en 4: argumenten voor
Alinea 5: tegenargument en weerlegging
Alinea 6: samenvatting argumenten, herhaling standpunt en 'uitsmijter' 

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Lees het voorbeeldbetoog en maak een bouwplan van dit betoog.
-> Voor wat voor aandachtstrekker is gekozen
-> Heeft het slot een uitsmijter?

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Kun je nu een bouwplan maken voor je eigen betoog?

-> Voor wat voor aandachtstrekker is gekozen
-> Heeft het slot een uitsmijter?

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions