Paragraaf 3.1 en 3.2, 09-03-2022
1 / 34
La durée de la leçon est: 120 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Voorraadkaarten houd je bij in geld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
In het debiteurenboek crediteer je het bedrag als een vordering ontstaat of toeneemt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
In het crediteurenboek crediteer je het bedrag als een schuld ontstaat of toeneemt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
De boekingsregel voor het bijwerken van het crediteurenboek:
A
is dezelfde als die voor het bijwerken van het debiteurenboek
B
is helemaal anders dan de boekingsregel voor het bijwerken van de grootboekrekening Crediteuren
C
is dezelfde als de boekingsregel voor het bijwerken van de grootboekrekening Crediteuren
Slide 6 - Quiz
De totaaltelling van de saldilijst debiteuren moet aan het eind van de periode altijd gelijk zijn aan het saldo van de grootboekrekening Debiteuren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Wat is een ander woord voor contant geld?
A
giraal geld
B
chartaal geld
Slide 9 - Quiz
Sleep onderstaande situaties naar het juist begrip.
Chartaal geld
Giraal geld
Betalen met euromunten
Geld overmaken
Contactloos betalen
Betalen met creditcard
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Wat is een voorbeeld van chartaal geld
A
bankbiljetten
B
pinpas
C
credit-card
D
cadeau kaart
Slide 18 - Quiz
Weet jij het al?
Kun je kort uitleggen wie wie betaald als je iets koopt met een creditcard?
Kun je kort uitleggen wie wie betaald als je iets koopt met een creditcard?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Door een onderneming wordt een bankafschrift ontvangen waarop staat vermeld dat een bedrag van € 200,- van de nachtkluisstorting is bijgeschreven.
Schuif de juiste naar de vraag.
Geld onderweg € 200,-
Aan Kas € 200,-
Bank € 200,-
aan Geld onderweg € 200,-
Kas € 200,-
Aan Geld onderweg € 200,-
Geld onderweg € 200,-
Aan Bank € 200,-
Slide 23 - Question de remorquage
Hiernaast zie je een bewijs van de Rabobank van een geld opname van € 800,-.
Welke journaalpost moet de ondernemer maken?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Vidéo
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Grootboek nummer
Grootboek naam
Debet
Credit
uitleg
Sleep de onderstaande vakjes naar de juiste plek.
Je stort 100 euro uit de kas op je bankrekening
Je stort 100 euro uit de kas op je bankrekening
aan
100 Kas
110 bank
€100
€100
B - C
B + C
B - D
B + D
Slide 29 - Question de remorquage
Kasgeld in de nachtkluis gedeponeerd ten gunste van de eigen rekening bij de bank € 10.000.
De rekening Kruisposten debiteer je voor € 10.000.
De rekening Kruisposten debiteer je voor € 10.000.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
B 15 Een nachtkluisstorting van € 15.000 is bijgeschreven op de bankrekening. De rekening Kruisposten debiteer je voor € 15.000.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Wat is een voorbeeld van chartaal geld
A
bankbiljetten
B
pinpas
C
credit-card
D
cadeau kaart
Slide 32 - Quiz
Weet jij het al?
Kun je kort uitleggen wie wie betaald als je iets koopt met een creditcard?
Kun je kort uitleggen wie wie betaald als je iets koopt met een creditcard?
Slide 33 - Question ouverte
Grootboek nummer
Grootboek naam
Debet
Credit
uitleg
Sleep de onderstaande vakjes naar de juiste plek.
Je stort 100 euro uit de kas op je bankrekening
Je stort 100 euro uit de kas op je bankrekening
aan
100 Kas
110 bank
€100
€100
B - C
B + C
B - D
B + D
