T3 introductie periode 4

Bienvenue 
à la classe de français:
dis-moi
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bienvenue 
à la classe de français:
dis-moi

Slide 1 - Diapositive

Doelen- en toetsoverzicht periode 4
4.1 gespreksvaardigheid: Ik kan in het Frans iets kopen, een interview houden en de weg vragen

4.2 grammaire: ik kan zelf Franse zinnen vormen en deze in de goede volgorde zetten

4.3 grammaire: ik kan personen, dieren en dingen in het Frans met elkaar vergelijken

4.4 vocabulaire: ik kan Franse woorden die te maken hebben met mijzelf en mijn gewoontes gebruiken in Franse zinnen

4.5 phrases-clés: ik kan standaard Franse zinnen zó omvormen dat ik ze voor mijn eigen verhaal kan gebruiken
4.1 vlog Luik (di 17 mei)

4.2 la phrase du cours
(iedere les)




4.4. SO week 22



4.5 SO week 23

4.2-4.5 TOETS wk25

Slide 2 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
4.2 grammaire: 
ik kan zelf Franse zinnen vormen en deze in de goede volgorde zetten

Slide 3 - Diapositive

la phrase du cours*
'De halfzus stoort vandaag de les.'


*iedere les krijg je een nieuwe zin om te vertalen

Slide 4 - Diapositive

De halfzus stoort vandaag de les.
  • Probeer de zin in twee- of drietallen te vertalen
  • Gebruik GL6ABEF
  • vervoeg het werkwoord
  • Tip: vaste volgorde in het Frans

Onderwerp - (alle!) werkwoord(en) - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - (overige) bepalingen

Slide 5 - Diapositive

Wat is het onderwerp?
De halfzus stoort vandaag de les.
A
de halfzus
B
stoort
C
vandaag
D
de les

Slide 6 - Quiz

Wat is het werkwoord/ zijn de werkwoorden?
De halfzus stoort vandaag de les.
A
de halfzus
B
stoort
C
vandaag
D
de les

Slide 7 - Quiz

storen = déranger
déranger = werkwoord op -er
haal -er eraf
de halfzus = zij = 3e persoon enkelvoud

dus ....
je             e
tu             es
il/elle/on  e
nous         ons
vous          ez
ils/ elles    ent

Slide 8 - Diapositive

storen = déranger
déranger = werkwoord op -er
haal -er eraf
de halfzus = zij = 3e persoon enkelvoud

dus ....
je             e
tu             es
il/elle/on  e
nous         ons
vous          ez
ils/ elles    ent
dérange

Slide 9 - Diapositive

Wat is het lijdend voorwerp?
De halfzus stoort vandaag de les.
A
de halfzus
B
stoort
C
vandaag
D
de les

Slide 10 - Quiz

Wat is de (tijds)bepaling?
De halfzus stoort vandaag de les.
A
de halfzus
B
stoort
C
vandaag
D
de les

Slide 11 - Quiz

Zet in de Franse (!) volgorde (onderwerp-werkwoorden-lijd vw- meew vw- bepaling)

De halfzus stoort vandaag de les.
A
de halfzus - vandaag - stoort - de les
B
de les - stoort - de halfzus - vandaag
C
vandaag - stoort - de halfzus - de les
D
de halfzus - stoort- de les - vandaag

Slide 12 - Quiz

Vertaal 'la phrase du cours':
de halfzus - stoort- de les - vandaag

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

2- of 3-tallen:
maak met deze woorden zoveel mogelijk goede zinnen. 
timer
5:00
Let op: vervoeg de werkwoorden! (mijnwoordenboek.nl)

Slide 15 - Diapositive

hoeveel correcte Franse zinnen maakten jullie?

Slide 16 - Question ouverte

Au travail: les devoirs 
Faire (maken): 
  • la phrase du cours (inleveren via LB)
  • Grandes Lignes 6H (ex. 29, 30)

Apprendre (leren):
  • Grandes Lignes 6H (p. 81 en/of slim stampen)
LET OP: dinsdag inleveren vlog Luik
                  ieder les 'la phrase du cours'
                  SO GL5ABEF (do 2 juni)
Werk zachtjes, 
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!

3.1. Ik kan passende woorden gebruiken als ik uit eten ga in Franstalig gebied

Slide 17 - Diapositive

doel bereikt?
4.2 grammaire: 
ik kan zelf Franse zinnen vormen en deze in de goede volgorde zetten

Slide 18 - Diapositive

Au revoir!

Slide 19 - Diapositive