Les 1 - Mening, argument en conclusie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Leesvaardigheid H.5

Mening, argument en conclusie

Bekijk allereerst het videofragment uit de volgende slide.

Beantwoord nu de volgende vragen.

Ze gaan over de theorie uit het fragment en uit groene kader op blz. 116 in je boek. 

Goed of fout?
Een mening is hetzelfde als een standpunt.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Met een standpunt ben je het altijd eens.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Een argument legt uit waarom je iets vindt.

1. Goed
2. Fout

Aan welke signaalwoorden kan je een argument herkennen?

1. Want
2. Namelijk
3. Zodat
4. Daardoor

Goed of fout?
Een conclusie heeft veel weg van een samenvatting.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Een mening zonder argumenten wordt niet serieus genomen.

1. Goed
2. Fout

Wat is het argument in de volgende zin?

Te veel chips eten is slecht voor je gezondheid, dus iedereen moet chips met mate eten.

1. Dus
2. Te veel chips is slecht voor je gezondheid
3. Iedereen moet chips met mate eten
4. Er is geen argument

Wat is het standpunt in de volgende zin?

Mijn moeder zeurt te veel, want ik krijg er hoofdpijn van.

1. Er is geen standpunt.
2. ik krijg er hoofdpijn van
3. want
4. mijn moeder zeurt te veel

Wat is het standpunt in de volgende zin?

Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.

1. de temperatuur komt vandaag niet boven nul
2. Er is geen standpunt.
3. want
4. je moet je warm kleden als je de deur uitgaat

Wat is het argument in de volgende zin?

Die documentaire lijkt me echt iets voor jou, jij bent immers weg van natuurfilms.

1. jij bent immers weg van natuurfilms
2. die documentaire lijkt me echt iets voor jou
3. immers
4. er is geen argument

Wat is het standpunt in de volgende zin?

Ik bestel liever een een pizza bij een koerier, want 'm zelf maken kost vet veel tijd.

1. want
2. ik bestel liever een pizza bij een koerier
3. 'm zelf maken kost vet veel tijd
4. er is geen standpunt

Einde vragen!