Clase27_Presente perfecto y los Fernández

¡Bienvenidos a tu clase de español!
27
Hoy es 14 de diciembre de 2020
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a tu clase de español!
27
Hoy es 14 de diciembre de 2020

Slide 1 - Diapositive

Prepárate para esta clase:
Maak je klaar voor deze les...
timer
1:00
¡Importante!
Tu portátil está cerrado;     
  • Je laptop is dicht.

Tu móvil está en la caja fuerte; 
  •  Je mobiel is in de kluis.

Tienes tu cuaderno, portátil y bolígrafo;
  • Je schrift, laptop en pen heb je bij je.

¡Haz caso y guarda el silencio!: 
  • Let op! Oren open en wees stil!

Slide 2 - Diapositive

El programa de hoy
0) Nabespreken SO 10 december (10m)

1) Afmaken/aftekenen taaltaak Presente Perfecto 

2) Hablar en Presente perfecto (15m) con tu compañero/-a y todos juntos

3) Uitleg boekje " Fiesta sorpresa en Chinchón
en lezen.

Hoy es lunes, 
el 14 de diciembre de 2020

Slide 3 - Diapositive

Nabespreking SO 10 dec
Veel gemaakte fouten:
  1. 1e pers. onregelmatige werkwoorden (salgo, conozco, doy, sé etc.) ( zie je werkboek)
  2. Géén klankverandering bij nosotros/ vosotros!
  3. Ook bij -SE werkwoorden met klankverandering me, te, se, etc.
  4. IR +A + HEEL Werkwoord!!!
  5. plaats accent bij vosotros/-as vervoegingen

Slide 4 - Diapositive

Werkwoorden met klankverandering in de stam 
(pág. 49 de tu libro rojo)
Hay 4 grupos:
1.  cerrar (e >ie)
2. poder ( o>ue)
3. jugar (u_ue)
4. pedir (e>i)

Slide 5 - Diapositive

Nabije toekomende tijd
 (el futuro inmediato)
Hoe zeg je iets over wat je binnenkort gaat doen?
Om in het Spaans iets te zeggen over iets wat je binnenkort gaat doen, heb je 3 dingen nodig:
  1. Het werkwoord IR >>> vervoegd als: voy, vas , va, vamos, vais , van
  2.  het voorzetsel A 
  3. een heel werkwoord ( dus niet vervoegd!): ser, hablar , escribir, comer etc.

Voorbeelden:
Este fin de semana voy a comer en un restaurante
Esta noche va a hablar con su novia.
El domingo vamos a jugar al fútbol


 = 
Vervoeging van IR 
+ A
+ heel werkwoord

Slide 6 - Diapositive

Waar komt het accent bij werkwoorden 
in de vosotros-vorm?
-AR
-ER
-IR
-ÁIS >
-ÉIS >
-ÍS  >
ESTÁIS 
BEBÉIS 
VIVÍS  
¡NO HAY OTRA MANERA!

Slide 7 - Diapositive

Leerstof Spaans toetsweek januari '21 ( v.a. 18/1)
  1. - Woordjes H6 6.1, 6.2 en 6.3 NL-SP (WB blz 103-104) 
  2. - Roze werkwoorden blad 25 t/m 50 SP- NL
  3. - Lees + luistervaardigheid (breng koptelefoontje)
  4. - Nab. Toekomende tijd (futuro, vervoeging van IR + A + heel WW) 
  5. - Presente perfecto (Bron D - blz. 53) (regelmatige en onregelmatige vormen)
  6. - Ser, estar, tener, ir vervoegen, hay (bron I)
  7. - Regelmatige werkwoorden vervoegen ( AR-ER-IR)
  8. - Onregelmatige werkwoorden vervoegen (klankverandering (e>ie/u>ue/o>ue/e>i)  +onregelmatige yo vormen: conozco, sé, doy, salgo etc, zie rode boekje)
  9. - wederkerende werkwoorden ( die eindigen op -SE: me llamo, se acuesta etc.)


exacte datum volgt!
z.s.m.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

¡Ahora te toca a ti! tarea (15m):
¿QUÉ? :Vertel in 4 - 5 goed lopende zinnen iets over je afgelopen weekend. ¿Qué has hecho?
¿CÓMÓ? Gebruik daarbij de presente perfecto. 
¿CUÁNTO TIEMPO? Maak je zinnen in max 10 minuten
Bespreek daarna in het Spaans met je buurman/-vrouw (5m) en
wissel van beurt.
Daarna  vraag ik centraal aan een aantal klasgenoten.

Slide 16 - Diapositive

¿Qué vas a hacer?:  ¡A leer!
¿Qué necesitas?: Boekje Los Fernández + werkblad leesboekje
¿Cómo?: Alleen, zelfstandig werken in stilte
¿Cuánto tiempo?:   20-25 minutos. 
Objetivo (doel): Je oefent je leesvaardigheid

Tarea terminado ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
Verder leren >>>> voca werkwoorden 25-50
timer
1:00
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 17 - Diapositive

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 18 - Diapositive