12ème cours 25 novembre

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Kan je een forum over lievelingsleraren begrijpen
2. Kan je het werkwoord op -er toepassen
Planning:
1. Introductie Onderdeel B (10 minuten)
2. Opdrachten 8,9 en 10 (p. 50-51 WB) (20 minuten)
3. Uitleg Grammaire C (15 minuten)
4. Maak opdrachten 13d, 13e, 14 en 15 (p.53-55 WB)








Slide 2 - Diapositive

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. 
We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We verstoren niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door te klas te gooien of te roepen)

Slide 3 - Diapositive

Het regelmatige werkwoord op -er

Slide 4 - Diapositive

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -er?
A
es, es, e, ons, ez, ent
B
e, es, e, ons, ez, ent
C
es, es, e, ons, ez, ont
D
e, es, e, ons, ez, ont

Slide 7 - Quiz

Een regelmatige werkwoord ......
timer
0:20
A
begint altijd met -er
B
eindigt altijd op - er

Slide 8 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -er

Elles ........... (trouver)
A
trouvent
B
trouve
C
trouvons
D
trouvez

Slide 9 - Quiz

Wat is de stam van de regelmatige werkwoorden op -er ?
A
het hele werkwoord - er
B
het hele werkwoord + er
C
de helft van het hele werkwoord
D
de laatste letter van het hele werkwoord weghalen

Slide 10 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -er

Tu ............. (travailler)
A
travaille
B
travailles
C
travaillez
D
travaillent

Slide 11 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -er

Vous ............. (travailler)
A
travaillons
B
travaillez
C
travaille
D
travaillent

Slide 12 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -er

Nous .................(parler)
A
parlont
B
parlons
C
parlez
D
parles

Slide 13 - Quiz

Devoirs
Maak opdrachten 13d, 13e, 14 en 15 (p.53-55 WB)
Leer Vocabulaire A en B (p.78-79 WB) en neem Grammaire C nog eens goed door (p.28 TB)

Slide 14 - Diapositive

Exit-ticket. Geef antwoord met behulp van het boek en/of vertaler:
1. Qu'est-ce que tu as acheté recemment?
2. Tu as un petit boulot? (Geef ook aan wat je bijbaantje is)

Slide 15 - Question ouverte