Examentraining: deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Examentraining deel 1

Programma

• Lesdoelen
• Singapore test 
• Aan de slag
• Bespreken
• Zelfstandig toepassen
• Controleren lesdoelen
• Afsluiten

Lesdoelen

Na vandaag weet je...

... waarom het belangrijk is om alle woorden in een opgave te begrijpen. 

... hoe je er voor kunt zorgen dat je alle woorden in de opgave begrijpt.

Bekijk de volgende dia. 

Wat staat er?

De Singaporetest - 70 % 

We moeten -, zei een - uit Singapore tegen -. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -.
We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide

-, het - er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de - - van -, maar dat is een niet meer te - -

geworden.

Kan je het nu lezen?

De Singaporetest - 80 % 

We moeten -, zei een -uit Singapore tegen me. We hebben geen -meer. Singapore is maar een

klein - met een sterk groeiende bevolking. We - met zo n -dat we niet anders kunnen. --ik - een

huis met een -aan beide -, het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van

wonen, maar dat is een niet meer te - -geworden

En nu?

De Singaporetest - 90 % 

We moeten omhoog, zei een -uit Singapore tegen me. We hebben geen -meer. Singapore is maar

een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We -met zo n ruimtegebrek dat we niet

anders kunnen. --ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de -

mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te --geworden.

Dit is de volledige tekst. 

De Singaporetest - 100 % 

We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen met zo'n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Net zoals ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.

Conclusie?

Wanneer je enkele woorden in de tekst niet kent (begrijpt), dan wordt het soms bijna onmogelijk om de vraag (goed) te beantwoorden. 

Aan de slag

• Lees blz. 66/67 door. 
• Vul op de volgende dia alle woorden in waarvan je niet (goed) weet wat ze betekenen. Noteer ieder woord apart. 
• Je hebt hiervoor 5 minuten de tijd. 

LET OP: je hoeft de vragen niet te maken!

Van welke woorden uit de
tekst weet je niet (goed)
wat ze beteken?

Woordenlijst

We maken gezamenlijk een woordenlijst van alle moeilijke woorden in dit specifieke examen. Je zult zien dat een aantal woorden tijdens meerdere examens terugkomen. 

Door ook deze woorden te leren bespaar je tijd op het (school)examen. 

Maar wat nou als je op het examen een woord tegen komt dat je niet kent of waarvan je niet (meer) precies weet wat het betekend?

Aan de slag

De komende 20-minuten ga je aan de slag met de examenopgave "Een nieuwe smartphone" en "be smart"op blz. 66 en 67.

Beantwoord de vragen zo uitgebreid mogelijk (net zoals je op het examen zou doen). Denk hierbij ook aan de afspraken die we hebben gemaakt. 

Klaar? --> Ga verder op blz. 67, 68 en 69

Opgaven bespreken

Je krijgt zo steeds per vraag het correctievoorschrift(CV) te zien. 

Per vraag gaan we steeds kijken welke onderdelen vanuit het CV minimaal in jouw antwoord zouden moeten zitten. 

Opgave 1

Opgave 2

Opgave 3

Opgave 4

Lesdoelen

Na vandaag weet je...

... waarom het belangrijk is om alle woorden in een opgave te begrijpen. 

... hoe je er voor kunt zorgen dat je alle woorden in de opgave begrijpt.

In hoeverre heb je de lesdoelen van vandaag behaald.
0 is helemaal niet, 10 is helemaal

010

Heb je deze examentraining als nuttig ervaren?

Ja

Nee

Een beetje

We gaan de komende tijd vaker werken aan examentraining (waarbij je weer andere/nieuwe dingen gaat leren). Welke dingen zou jij nou graag willen leren?

Als het van te voren duidelijk is dat we tijdens de vakflex gaan werken aan examentraining (en welk onderdeel).
Dan is de kans groot dat ik me ga inschrijven voor de vakflex.

Ja

Nee

Aan de slag

1. Lees de examenopdrachten op blz. 66 t/m 69 door. Noteer alle woorden waarvan je niet (goed) weet wat ze betekenen. Gebruik je WOORDENBOEK (dus niet Google) om de woorden op te zoeken en je lijst compleet te maken. 
2. Maak daarna aan de slag met opgave 5 t/m 10
3. Klaar? Ga aan de slag met de herhalingsopdrachten of rekenopdrachten van hoofdstuk 2