Hoofdstuk 6
1 / 14
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wie is geen ambtenaar?
Welke van de onderstaande mensen is geen ambtenaar?
A
Leraar
B
Politieagent
C
Militair
D
Tandarts
Slide 2 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Het Rijk
Provincie
Gemeente
Slide 3 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het verschil tussen de collectieve en particuliere sector?
A
Particulier wil winst maken en collectief niet
B
Collectief wil winst maken en particulier niet
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wel
Niet
Collectieve voorzieningen zijn voor iedereen bedoeld.
De overheid moet met collectieve voorzieningen winst maken.
De brandweer is een voorbeeld van een collectieve voorziening.
Voor collectieve voorzieningen hoef je nooit te betalen.
De supermarkt is een voorbeeld van een collectieve voorziening.
Slide 5 - Question de remorquage
3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
Sociale zekerheid geldt voor iedereen in Nederland.
Wat is sociale zekerheid?
Wat is sociale zekerheid?
A
mensen die geen inkomen verdienen, kunnen een uitkering krijgen
B
Iedereen is veilig op straat.
C
Iedereen is vrij om zijn of haar mening te geven.
D
Iedereen mag gebruikmaken van de collectieve voorzieningen.
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is accijns?
A
een soort loonbelasting
B
Een prijsverhoging voor meer winst
C
een verbruiksbelasting op ongezonde producten
D
Dat is de korting op een pakje sigaretten
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Op welke 3 dingen zit accijns?
Slide 8 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is subsidie?
Subsidie...
Subsidie...
A
is een bijdrage van de overheid
B
is hetzelfde als accijns
C
moet je betalen aan de overheid
D
maken producten duurder
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
BTW
Boetes
Accijns
Inkomstenbelasting
winst NS
Belastingontvangsten
Niet belastingontvangsten
Slide 10 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een rijksbegroting?
A
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de rijk
B
Een overzicht van de belastingen die de overheid ontvangt.
C
Toelichting op de inkomsten en uitgaven
D
Een overzicht van de kosten die de overheid maakt.
Slide 11 - Quiz
Rijksbegroting
Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk voor het komende jaar.
Wat is de miljoenennota?
A
Hetzelfde als de rijksbegroting
B
Dat leest de koning voor op prinsjesdag
C
De uitleg van de rijksbegroting
D
De cijfers van de rijksbegroting in grafieken
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een begrotingstekort?
A
Inkomsten zijn groter dan uitgaven.
B
Uitgaven zijn groter dan inkomsten.
Slide 13 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
