Verbeterflex 1

Geschiedenis verbeterflex 1: 
'Wat moet je bij het vak GES eigenlijk leren?'
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis verbeterflex 1: 
'Wat moet je bij het vak GES eigenlijk leren?'

Slide 1 - Diapositive

meedoen op LessonUp
- Ga naar www.lessonup.io of download de app
- Doe mee als 'leerling'
- Vul dan de volgende cijfercode in

Je bent ingelogd en kunt nu mee te doen met de klassikale vragen

Slide 2 - Diapositive

Bespreek in duo's
  • Wat vond je van het vak in de onderbouw?
  • Welke lessen zijn je bijgebleven?  
  • Wat heb je altijd lastig gevonden aan het vak? 
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Wat is volgens jou het belangrijkste doel van de lessen geschiedenis?
A
Wie ben ik: welke geschiedenis hoort bij mij als Arnhemmer / Nederlander / West-Europeaan?
B
Leren samenvatten, slim leren, op een goede manier antwoorden opschrijven
C
Leren waarom dingen in ons land zijn zoals ze zijn & Leren van fouten in het verleden
D
Leren omgaan met chronologie, oorzaak-gevolg, betogen, bronnen

Slide 4 - Quiz

Ontwikkelen van historisch bewustzijn
Historisch tijdsbesef
Historische kennis
Historisch redeneren
  • aanduidingen voor tijd en tijdsindeling; 
  • chronologische volgordes; 
  • de tijdbalk;  
  • kenmerkende aspecten van
    tijdvakken; 
  • continuïteit en verandering.
  • periodiseringen, zoals  de tien
    tijdvakken; 
  • kenmerkende aspecten van
    de tien tijdvakken; 
  • vijftig vensters van de Canon
    van Nederland; 
  • verhalen, tradities en verbeelding.
Redeneren over continuïteit en verandering, oorzaken en gevolgen, overeenkomsten en verschillen
  • hist. vragen stellen
  • bronnen onderzoeken
  • contextualiseren
  • argumenteren
  • (meta- en historische) begrippen gebruiken

Slide 5 - Diapositive

De tijd indelen

Slide 6 - Diapositive

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 7 - Diapositive

De tijd in stukjes indelen, dat klinkt best moeilijk! Maar je weet al hoe dat moet!

Hoe lang duurt deze geschiedenisles?
A
40 minuten
B
45 minuten
C
60 minuten
D
55 minuten

Slide 8 - Quiz

Bij het vorige antwoord zeiden we: 'een stukje tijd'.

Welke woorden zijn dat nog meer?
A
kilometer, meter, klok, maand
B
Klok, kalender, maand, korter
C
Eeuw, dag , uur, kwartier, seconde
D
Kwartier, uur, klok, tijdbalk

Slide 9 - Quiz

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Julius Caesar werd in 44 v. Chr. vermoord.

Hoeveel jaar is dat geleden?
A
2000 jaar geleden
B
2030 jaar geleden
C
2060 jaar geleden
D
2100 jaar geleden

Slide 13 - Quiz

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 17 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 18 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 19 - Quiz

Bij de vorige vragen heb je gezien hoe tijdbalken eruit zien.

Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar

Slide 20 - Quiz

De tien tijdvakken

Slide 21 - Diapositive

De tien tijdvakken
  • Bedacht voor het onderwijs

  • Beginnen allemaal met: "De tijd van..."

  • Zijn niet allemaal even lang: sommige zijn meer dan 1000 jaar, andere maar 50 jaar.

  • Er is gekeken naar kenmerken: "Waaraan kun je ze herkennen?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen

Slide 24 - Quiz

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 25 - Quiz

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 26 - Question de remorquage

Kenmerkende Aspecten
Elke periode vinden verschijnselen en ontwikkelingen plaats.
De samenvatting van deze periode noem je Kenmerkende Aspecten.
Er zijn 49 kenmerkende aspecten, die je moet leren...........

Slide 27 - Diapositive

Bekijk de volgende afbeeldingen:

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Bij welk kenmerkend aspect passen deze afbeeldingen?
A
Racisme en discriminatie leiden tot genocide .
B
Crisis van het wereldkapitalisme
C
Het voeren van twee wereldoorlogen
D
Moderne propaganda en communicatiemiddelen

Slide 30 - Quiz

Aan de slag
1. vouwen boekje historisch redeneren
(kijk eerst mee naar de uitlegvideo)
2. vragen stellen over de stof van de afgelopen lessen

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo