Blok Lire Extra (kies uit 1, 2 of de 3 ster opdrachten)
Ga hiervoor in Edition terug naar het Blok ‘Lire’. Klik op Menu au choix. Maak bijv. deze opdrachten: *M.1 tm M.7 (= werkboek de 1-ster opdrachten op blz 112).
Of ga verder met de 2-ster opdrachten: in Edition is dat **M.1 tm M.8)
en tot slot de 3-ster opdrachten M1 tm M7. In je werkboek vind je die op blz 112
Week 12:
Grammaire I Extra en II Extra
Leren: Je leerlijst!
Slide 4 - Diapositive
de zomer
in de zomer
de herfst
in de herfst
de winter
in de winter
l'été
en été
l'automne
en automne
l'hiver
en hiver
VRAAGWOORDEN
Comment
Combien de
Où
Qui
Quel
Quand
Pourquoi
Parce que
Hoe
Hoeveel
Waar
Wie
Welke / Wat
Wanneer
Waarom
Omdat / Daarom
Slide 5 - Diapositive
de zomer
in de zomer
de herfst
in de herfst
de winter
in de winter
l'été
en été
l'automne
en automne
l'hiver
en hiver
VRAAGWOORDEN
Let op:
'Est-ce que' betekent in het Nederland niets.
Het is een vraagvoorvoegsel die je kunt plaatsen voor een zin
Slide 6 - Diapositive
(Est-ce que) tu aimes le sport?
(Est-ce que) tu préfères les olives?
(Est-ce que) tu détestes les maths?
'Est-ce que' kún je voor de vraag plaatsen maar je kunt het ook weglaten! Gebruik dan wel je stem om het als een vraag te laten klinken!
Slide 7 - Diapositive
Verschil 'Est-ce que' en 'Qu'est-ce que'
'Est-ce que' betekent eigenlijk niets en geeft alleen maar aan 'er komt een vraag'
'Qu'est-ce que' betekent 'wat':
Qu'est-ce que tu dis? - Wat zeg je?
Qu'est-ce que tu fais? - Wat doe je?
Qu'est-ce que tu préfères? - Wat heb je liever?
Slide 8 - Diapositive
Ontkennende zinnen
met 'niet / geen'
Slide 9 - Diapositive
Ne/n' + pas = niet/geen
'ne/n' vóór het werkwoord, en 'pas'achter het werkwoord
La durée de la leçon est: 45 min
