Nieuwsbegrip tekst en woordenschat 22-4

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7

Begrijpend lezen

Tijdens deze les:

• Lees je de tekst via de website.
  
  
• Maak je 7 quizvragen.
  
  
• Maak je de woordenschatles in     Snappet

Lees nu eerst de tekst

Let op het actief lezen:
Lees de tekst met je volledige aandacht, stel jezelf vragen. 

Denk na over moeilijke woorden.

Bedenk wat het belangrijkste is uit de alinea. 

Kom na het lezen weer terug naar Lesson Up.

Ga hier naar Snappet

Ga hier verder met deze les.

Zoek eerst de betekenis op van de woorden die nog moeilijk voor je zijn.

Je maakt nu 7 quizvragen. Kijk terug in de tekst als je het antwoord even niet meer weet. 

1. Waardoor zien 4 en 5 mei er dit jaar anders uit dan anders?

1. Het valt op andere dagen.
2. Door de coronatijd.
3. Omdat we met een nieuw geschiedenisboek werken.
4. Ik heb dit jaar een andere agenda.

2. Waarom hangt de vlag op 4 mei altijd halfstok?

1. Om de oorlogsslachtoffers te herdenken (mensen die door oorlog zijn gestorven).
2. Omdat de maand mei ongeveer halverwege het jaar is.
3. Omdat we nu ook de mensen die overlijden aan corona herdenken.
4. Dan blijft de andere helft schoon.

3. Welk verschil tussen de dodenherdenking nu en vorige jaren is onjuist?

1. De koning en koningin leggen een krans bij het monument op de Dam, maar nu zonder publiek
2. Er wordt nu alleen door de winnaar van de gedichtenwedstrijd een gedicht voorgedragen.
3. We zijn nu 3 minuten stil om ook de corona-slachtoffers te herdenken.
4. De vlaggen hangen de hele dag halfstok, niet alleen ‘s avonds

4. Hoe komt het dat zoveel mensen de Dodenherdenking belangrijk vinden?

1. Omdat we het elk jaar doen.
2. Want dan kunnen we de dag erna een feestje vieren op Bevrijdingsdag.
3. Mensen vinden het gezellig om bij elkaar te komen op de Dam.
4. Ze waarderen de tradities van de Dodenherdenking, zoals de kranslegging en moment van stilte.

5. Welke drie dingen zijn het meest belangrijk op Bevrijdingsdag?

1. Blij zijn dat we in vrijheid kunnen leven.
2. Vieren dat we 75 jaar geleden bevrijd zijn.
3. Het organiseren van een rommelmarkt inclusief suikerspin automaat.
4. Denken aan de mensen die niet in vrijheid leven

6. Wat is het belangrijkste verschil met andere jaren?

1. Het wordt mooi weer.
2. De bevrijdingsfestivals gaan niet door.
3. De tompouce kleurt rood-wit-blauw in plaats van oranje.
4. Er ligt minder rommel op de kleedjes.

7. Wat doe jij op 4 en 5 mei? Is dat anders dan anders?

Bijna klaar!

Hoe ging het?  

Moest je veel antwoorden terugzoeken in de tekst?

Je bent nu klaar met de les in
Lesson Up. 

Maak nu de woordenschat les van week 17 in Snappet.