Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
welkom
wacht rustig op je plek tot we gaan beginnen
Slide 1 - Diapositive
wat gaan we doen?
extra uitleg proefje uitvoeren
vragen
uitleg 3.7
Slide 2 - Diapositive
leerdoelen
je weet hoe je je proefje moet uitvoeren
je weet welke kenmerken de 4 rijken hebben.
Slide 3 - Diapositive
vanaf stap 4 ga je het proefje pas uitvoeren
Dit doe je in 6 stappen
de onderzoeksvraag
de hypothese
het werkplan
de uitvoering
de resultaten
de conclusie
Slide 4 - Diapositive
het uitvoeren
open het bakje
leg ze allebei met de opening naar boven neer nu heb je twee bakjes.
verdeel de watten over de twee bakjes
maak de ene watten vochtig met kraan water en de ander met iets naar keuze. (vochtig is genoeg de watten moeten niet zwemmen)
leg de zaadjes op de watten in de twee bakjes (evenveel in elke)
zet ze ergens neer waar licht is
maak elke dag foto's
als de watten droog zijn doe je er op nieuw weer vocht in. (we het juiste in het juiste bakje)
Slide 5 - Diapositive
zijn er nog vragen
Slide 6 - Diapositive
het overzicht
kenmerken van de 4 rijken
dierlijke cellen
dierlijke cellen hebben
-een celkern
plantaardige cellen
plantaardige cellen hebben - een celkern - een celwand - bladgroenkorrels
schimmelcellen
schimmelcellen hebben
- een celkern
- een celwand
Bacterie cel
bacterie cellen hebben
- celwand
Slide 7 - Diapositive
vissen
Leven in water, hebben schubben met daarop slijm. Ze halen adem via kieuwen.
hebben eieren zonder een schaal.
Slide 8 - Diapositive
amfibieën
Leven buiten en in het water, de huid is bedekt met slijm. haald adem met longen en zijn huid.
hebben eieren zonder een schaal.
Slide 9 - Diapositive
reptielen
Leven buiten en in het water. hebben droge schudden als huid en hebben longen.
hebben eieren met een zachte schaal.
Slide 10 - Diapositive
vogels
vogels leven op het land of in de lucht. hebben veren als huid en ademen met de longen.
hebben eieren met een harde schaal.
Slide 11 - Diapositive
zoogdieren
leven op het land en in het water. ze hebben een huid die bedekt is met haren en ademen met longen.
worden levend geboren zonder ei.
Slide 12 - Diapositive
twee verschillende groepen
er zijn bij de planten 2 verschillende groepen.
zaadplanten en sporenplanten.
Slide 13 - Diapositive
zaadplanten
de meeste planten die je kent zijn zaadplanten. In de bloemen die ze hebben ontstaan zaden. Uit een zaad kan een nieuwe plant groeien. bomen en struiken vallen ook onder de groep zaadplanten.
Slide 14 - Diapositive
sporenplanten
sporeplanten hebben geen bloemen. ze planten zich voort met behulp van sporen. mossen en varens zijn sporenplanten. Met behulp van de sporen kan een varen of mos zich voortplanten.