Planten, Paragraaf1-bk

Start Biologie
Thema 1 Planten
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Start Biologie
Thema 1 Planten

Slide 1 - Diapositive

Wat is een organisme?
Een levend wezen dat levenskenmerken heeft:

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn organismen?
A
Giraf, houten schutting, bomen, rugzak
B
Giraf, houten schutting, kindjes, bomen
C
Giraf, bomen, meneer, kindjes
D
Giraf, houten schutting, kindjes en meneer

Slide 3 - Quiz

Wat is een organisme?
A
Schildpad, fiets, zon
B
Zon, meisje, bloem
C
Meisje, schildpad, bloem
D
Fiets, meisje, bloem

Slide 4 - Quiz

Maken in je werkboek
opdracht 1, 2 en 3
Klaar?
Dan lees je onder opdracht 3; Levenskenmerken.

Slide 5 - Diapositive

Groeien, wat is dat?
Groter en zwaarder worden.

Slide 6 - Diapositive

Maken: opdracht 4 & 5

Slide 7 - Diapositive

Levend, Levenloos of dood?
Dingen die levenskenmerken hebben zijn levend
Dingen die nooit geleefd hebben zijn levenloos
(ze hebben geen levenskenmerken)
Dingen die ooit levenskenmerken gehad hebben zijn dood

Slide 8 - Diapositive

Wat is levend?
A
Hond, libelle, gemaaid gras
B
Hond, libelle reiger, vissen
C
hond, libelle, drijvende vis, gemaaid gras
D
Hond, libelle, hekwerk, vissen

Slide 9 - Quiz

Wat is levenloos?
A
Drijvende vis, steen, wolken
B
blikje cola, tractor, lucht
C
Schedel, drijvende vis, overreden egel
D
blikje cola, libelle, water

Slide 10 - Quiz

Wat is dood?
A
Hekwerk, overreden egel, drijvende vis
B
drijvende vis, overreden egel, omgevallen boom
C
Hekwerk, blikje, gemaaid gras
D
gemaaid gras, drijvende vis, libelle

Slide 11 - Quiz

Levend of niet?

Speelgoedauto
A
levend
B
niet levend

Slide 12 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 13 - Quiz

Een vrouw van 80, die nooit kinderen heeft gekregen, is geen organisme want ze heeft zich nooit voortgeplant.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Een robot die je huis kan stofzuigen is een levend wezen want hij beweegt.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Opdrachten 6, 7 en 8 maken
Goed lezen en herhalen voor jezelf: Stukje om te onthouden op pagina 19

Slide 16 - Diapositive

Practicum
Volgende les gaan we tekeningen maken

Slide 17 - Diapositive