Test revision Theme 3

Test revision grammar :Theme 3
1. Present perfect.
2. A and An
3. WH words
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 56 min

Éléments de cette leçon

Test revision grammar :Theme 3
1. Present perfect.
2. A and An
3. WH words

Slide 1 - Diapositive

Present perfect 
have / has + ww + -ed
Have / has + onregelmatig werkwoord (3e rijtje)

When? 
1. Aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en nu nog belangrijk is.
2. Als iets in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.

Slide 2 - Diapositive

Past simple
ww + ed OF irregular verb 

When? 
- Als iets in het verleden gebeurd is en is afgerond. 

Signal words: last month, yesterday, in 2001 

Slide 3 - Diapositive

Past Simple Present Perfect

Slide 4 - Diapositive

past simple vs present perfect
  •  I worked in Hengelo for seven years.
  •   (ik werk er nu dus niet meer)
  • I went to New York in 2015.
  • (1x in 2015)

  •  I have worked for shell for one year.
  •   (en ik werk er nu nog steeds)
  • I have been to New York twice.
  • (ooit eens geweest, gaat om de ervaring)


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

A en an
What do 'a' en 'an' mean (in Dutch)?

Slide 7 - Diapositive

A en an
What do 'a' en 'an' mean (in Dutch)?




What is the difference between the two? When do you use 'a' and when do you use 'an'?
EEN

Slide 8 - Diapositive

A
An
A zet je voor een woord als je een medeklinker hoort (p, k, t). 

A car, a school, a laptop...

Let op!
A unicorn (je schrijft een u, maar hoort een j). Het gaat om de klank!
An zet je voor een woord als je een klinker hoort (o, u, a). 

An apple, an elephant, an ear.

Let op!
An hour (je schrijft een h, maar hoort een ou). Het gaat om de klank!

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn WH-Vragen?
Kennen jullie voorbeelden?

Slide 10 - Diapositive

WH-Vragen

WH-vragen zijn --> What, Where, Who, When, Why, Which of How


Wanneer je een WH-vraag stelt, komt het WH-woord aan het begin van de zin.




Slide 11 - Diapositive

WH-Vragen

Wat zijn WH-vragen?

Wanneer je een WH-vraag stelt, komt het WH-woord aan het begin van de zin.




Slide 12 - Diapositive

WH-questions
What are WH-Questions?
Who uses WH-Questions
When do you use WH-Questions?
Where do you put the WH-question?
Why do we use WH-Questions?
How do you use WH-Questions

Slide 13 - Diapositive

get to work 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien